Nog niet zo heel lang geleden waren wij allemaal Charlie. Plots
voelde wij met z'n allen een sterkte affiniteit met de redacteuren van een
controversieel magazine vol met cartoons, die sommige leuk vinden en die
anderen als schokkend en beledigend ervaren. Dat laatste moet kunnen, want dit
zijn zo de geneugten van de vrijheid van meningsuiting. De vrijheid van
meningsuiting is onbegrensd, zo lijkt het. Ik ben verantwoordelijk voor wat ik
zelf zeg, maar ik ben niet verantwoordelijk voor hoe de ander dit nu weer
interpreteert. Zo moet dit blog ook maar worden gezien. Ik ben verantwoordelijk
voor wat ik schrijf, maar ben absoluut niet verantwoordelijk voor de wijze
waarop dit op jullie overkomt. Als ik schokkende dingen op schrijf, als ik voor
u over grenzen heen ga, het ligt echt aan u. Als u daar een probleem mee heeft,
dan is dat uw probleem.
Mochten nu meerdere lezers een probleem hebben met mijn
tekst, heb ik waarschijnlijk een probleem. Nog los van de vraag of ik gelijk
heb of dat mijn lezers het bij het rechte eind hebben. In onze moderne
samenleving geldt het recht van de sterkste. Dit nu, is de uitleg die gegeven wordt aan de democratie.
In een democratie bepaald de partij met de meeste stemmers. Soms heeft deze
partij zoveel stemmen gekregen dat deze partij alles vrijwel alleen kan
bepalen, soms zal deze partij moeten samenwerken met andere partijen. De partij
zal dan een coalitie moeten vormen.
Het idee van democratie is ontstaan in het oude Griekenland
en binnen dat oude Griekenland sprak de democratie,
zoals men die in Athene kende,
tot de verbeelding. De democratie van Athene was echter niet democratisch in
die zin dat iedereen ook stemrecht had. Alleen vrije, volwassen mannelijke
burgers hadden stemrecht. Vrouwen, buitenlanders en slaven mochten niet
stemmen. Dit betekende dat ongeveer 10% van de 300.000 inwoners mocht stemmen. Een
aantal dat voor die tijd al best groot was. Bovendien hadden de
stemgerechtigden meer invloed dan burgers in moderne democratieën. Athene kende namelijk een directe democratie.
Iedereen met stemrecht kon stemmen over wetsvoorstellen. Dit is dus een andersoortige
democratie als dat wij op dit moment in de meeste democratische landen kennen.
In de meeste, democratische, staatsvormen kent men een representatieve democratie. Mensen dragen dan, voor een bepaalde tijd, een bepaald aantal bevoegdheden aan enkele mensen over die hen vertegenwoordigen. Een dergelijke werkvorm is natuurlijk ontstaan doordat steden groeiden, steden en dorpen samen landen gingen vormen en later landen zelfs werelddelen. Nu zou je de vraag kunnen stellen of de representatieve democratie de oplossing is voor de steeds groter wordende case-load van die volksvertegenwoordigers of dat de basisfout misschien gewoon zit in die steeds groter wordende case-load. In sommige landen kent men nog steeds varianten op de directe democratie. Bijvoorbeeld de Landesgemeinde in Zwitserland. In ons land zijn wij eigenlijk steeds verder weg geraakt van de directe democratie want de vorm die daar in ons land nog het dichtste bij komt, het referendum, kent zo enorm veel drempels dat het welhaast lijkt of onze volksvertegenwoordigers alles behalve ons vertegenwoordigen. Op zich is dat ook weer niet zo erg vreemd. Stel ik organiseer een mooi feestje en 's avonds maak ik een mooi kampvuur. De mensen die direct rondom het vuur zitten, zien het vuur en kunnen zich er aan warmen. Als ik heel veel mensen heb uitgenodigd, zullen de mensen die niet direct rondom het kampvuur zitten het vuur wellicht niet meer zien, maar zij kunnen zich er nog wel aan warmen. Die mensen die helemaal achter aan zitten, zien het kampvuur niet laat staan dat zij zich er nog aan kunnen warmen, sterker nog zij zullen alleen via anderen weten dat er ergens een kampvuur is. Dit werkt ook voor landen, of gebieden die bestuurt moeten worden. Het werkt zelfs voor bedrijven. Binnen Europa zullen de mensen in de periferie van onze samenleving er niets van merken dat er ergens in Brussel of Straatsburg mensen zijn die zich om hen bekommeren. Omgedraaid, die mensen in Brussel of Straatsburg weten niet eens wat de mensen op het platteland van Bulgarije bezighoudt. Zelfs in ons kleine Nederland gebeurt hetzelfde. Ik heb werkelijk geen flauw idee wat men in Den Haag doet en ik geloof er heilig in dat men ook in Den Haag geen idee heeft wat mij bezighoudt. Ik heb ook niet de indruk dat ik de enige ben die dit denkt. De afstand tussen ons en onze vertegenwoordigers is veel te groot. Hoe groter een bedrijf, hoe groter een gebied dat bestuurt moet worden, hoe hiërarchischer dit bestuurt zal moeten worden. Democratie zoals dit oorspronkelijk bedoeld is, is ook niet mogelijk. Slechts enkelen zullen betrokken kunnen worden bij de besluitvorming. Anders is een bedrijf, een gebied namelijk simpelweg onbestuurbaar. Hoe groter een bedrijf, een te besturen gebied hoe ondemocratischer dit zal zijn. De afstand tussen de straat en haar bestuurders is simpelweg te groot. Aangezien het bestuur niet echt meer zicht heeft om de noden van de mensen die zij vertegenwoordigen te ledigen, zullen besluiten per definitie te kort schieten. Hier gaat het recht van de sterkste gelden. Wat Darwin al ontdekte over de dieren om ons heen, geldt ook voor de mensheid. Slechts diegene die het hardste roepen worden gehoord en daarop wordt gereageerd. Dit leidt niet tot constructieve verbeteringen, dit leidt tot hype gestuurde bestuurders. Nu is er een verschil tussen de schildpadden op de Galapagos eilanden en de mens, namelijk ons brein. Wij zouden beter moeten weten. Misschien lossen wij wel het verkeerde probleem op. Misschien is schaalverkleining de oplossing? Misschien moeten wij dan ook terug naar een directe democratie. Misschien moeten wij het model van de celdeling eens loslaten op grote bedrijven, scholen, op ons land, op Europa? Misschien moeten wij meer verbindingen zoeken, maar niet zo zeer in grote verbanden, maar juist klein, dichterbij? Dan realiseren wij ons beter wie de ander is, wat hem bezighoudt, waarom hij doet wat hij doet. Dan realiseren wij ons beter dat wij de ander nodig hebben in plaats van de rug toekeren.
In de meeste, democratische, staatsvormen kent men een representatieve democratie. Mensen dragen dan, voor een bepaalde tijd, een bepaald aantal bevoegdheden aan enkele mensen over die hen vertegenwoordigen. Een dergelijke werkvorm is natuurlijk ontstaan doordat steden groeiden, steden en dorpen samen landen gingen vormen en later landen zelfs werelddelen. Nu zou je de vraag kunnen stellen of de representatieve democratie de oplossing is voor de steeds groter wordende case-load van die volksvertegenwoordigers of dat de basisfout misschien gewoon zit in die steeds groter wordende case-load. In sommige landen kent men nog steeds varianten op de directe democratie. Bijvoorbeeld de Landesgemeinde in Zwitserland. In ons land zijn wij eigenlijk steeds verder weg geraakt van de directe democratie want de vorm die daar in ons land nog het dichtste bij komt, het referendum, kent zo enorm veel drempels dat het welhaast lijkt of onze volksvertegenwoordigers alles behalve ons vertegenwoordigen. Op zich is dat ook weer niet zo erg vreemd. Stel ik organiseer een mooi feestje en 's avonds maak ik een mooi kampvuur. De mensen die direct rondom het vuur zitten, zien het vuur en kunnen zich er aan warmen. Als ik heel veel mensen heb uitgenodigd, zullen de mensen die niet direct rondom het kampvuur zitten het vuur wellicht niet meer zien, maar zij kunnen zich er nog wel aan warmen. Die mensen die helemaal achter aan zitten, zien het kampvuur niet laat staan dat zij zich er nog aan kunnen warmen, sterker nog zij zullen alleen via anderen weten dat er ergens een kampvuur is. Dit werkt ook voor landen, of gebieden die bestuurt moeten worden. Het werkt zelfs voor bedrijven. Binnen Europa zullen de mensen in de periferie van onze samenleving er niets van merken dat er ergens in Brussel of Straatsburg mensen zijn die zich om hen bekommeren. Omgedraaid, die mensen in Brussel of Straatsburg weten niet eens wat de mensen op het platteland van Bulgarije bezighoudt. Zelfs in ons kleine Nederland gebeurt hetzelfde. Ik heb werkelijk geen flauw idee wat men in Den Haag doet en ik geloof er heilig in dat men ook in Den Haag geen idee heeft wat mij bezighoudt. Ik heb ook niet de indruk dat ik de enige ben die dit denkt. De afstand tussen ons en onze vertegenwoordigers is veel te groot. Hoe groter een bedrijf, hoe groter een gebied dat bestuurt moet worden, hoe hiërarchischer dit bestuurt zal moeten worden. Democratie zoals dit oorspronkelijk bedoeld is, is ook niet mogelijk. Slechts enkelen zullen betrokken kunnen worden bij de besluitvorming. Anders is een bedrijf, een gebied namelijk simpelweg onbestuurbaar. Hoe groter een bedrijf, een te besturen gebied hoe ondemocratischer dit zal zijn. De afstand tussen de straat en haar bestuurders is simpelweg te groot. Aangezien het bestuur niet echt meer zicht heeft om de noden van de mensen die zij vertegenwoordigen te ledigen, zullen besluiten per definitie te kort schieten. Hier gaat het recht van de sterkste gelden. Wat Darwin al ontdekte over de dieren om ons heen, geldt ook voor de mensheid. Slechts diegene die het hardste roepen worden gehoord en daarop wordt gereageerd. Dit leidt niet tot constructieve verbeteringen, dit leidt tot hype gestuurde bestuurders. Nu is er een verschil tussen de schildpadden op de Galapagos eilanden en de mens, namelijk ons brein. Wij zouden beter moeten weten. Misschien lossen wij wel het verkeerde probleem op. Misschien is schaalverkleining de oplossing? Misschien moeten wij dan ook terug naar een directe democratie. Misschien moeten wij het model van de celdeling eens loslaten op grote bedrijven, scholen, op ons land, op Europa? Misschien moeten wij meer verbindingen zoeken, maar niet zo zeer in grote verbanden, maar juist klein, dichterbij? Dan realiseren wij ons beter wie de ander is, wat hem bezighoudt, waarom hij doet wat hij doet. Dan realiseren wij ons beter dat wij de ander nodig hebben in plaats van de rug toekeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten