Posts tonen met het label Creatief Schrijven. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Creatief Schrijven. Alle posts tonen

zondag 26 maart 2023

De droom van een slak

Ik kan niet zeggen dat ik op jonge leeftijd opviel door mijn uitmuntende prestaties. Ik wist ook niet direct wat ik wilde worden en eerlijk gezegd, twijfel ik nog steeds. Ik heb een route afgelegd van heel veel proberen, heel veel je neus stoten, heel veel vallen en telkens weer doorgaan. Telkens een ervaring rijker. Een bliksemcarrière dat kan ik niet zeggen. Het was meer een soort lijdensweg, tenminste zo heb ik het af en toe wel ervaren. Mijn werk is niet vervelend, ik ga niet met tegenzin naar mijn werk, maar het is ook niet mijn hobby. Wat had ik het liefst gedaan? Wat wilde ik toen worden? Ik weet het niet eens meer. 

Ik zat in de examenklas van de middelbare school. Van mij werd geacht dat ik nadacht over een vervolgstudie. Het moment om je eventuele dromen werkelijkheid te laten worden. Ik deed veel aan sport. Ik trainde toen elke door de weekse dag en speelde daarnaast regelmatig twee wedstrijden in het weekend. Ik trainde ook al mijn eerste team, nadat ik bij de club een interne trainerscursus had gevolgd. Ik dacht dat ik mijn toekomst duidelijk had. Ik wist waar mijn passie lag. Ik wilde, maar een ding en dat was aan de slag in de sport, het liefst als trainer. In het gesprek met de schooldecaan wist deze man, mijn ouders te overtuigen dat ik dan min of meer beroepswerkloze zou worden. Uiteindelijk werd het MTS Electro, want ik deed in mijn vrije tijd nog wel eens wat met mijn eletro-bouwdoos. De MTS werd de start van mijn survivaltocht. Niet dat ik op de MTS slechte cijfers haalde, in tegendeel. Mijn kerstrapport was er een waarmee iedereen kon thuiskomen. Nee, ik had gewoon al snel het gevoel dat er een enorme mismatch was. Ik had klasgenoten die een brommer uit elkaar konden halen en weer in elkaar konden zetten, die hem ondertussen ook behoorlijk hadden opgevoerd. Ik had klasgenoten die een radio konden bouwen en die daar ook bijna dagelijks mee bezig konden zijn. Het interesseerde me totaal niet. Ik was ik meer geïnteresseerd in de stand van de eredivisie, maar dat interesseerde mijn klasgenoten niet. Ik voelde me eenzaam. 

Na de MTS, heb ik de overstap gemaakt naar de studie Cultuur Werk aan de Sociale Academie. Die bestond toen nog. Ik koos voor een deeltijdstudie, omdat ik inmiddels ook wel wat wilde verdienen. Ik was de Benjamin in de klas. Ik wist me geen houding te geven en ook deze studie hield ik snel voor gezien. Dit was het moment waarop mijn vader ingreep. "Ga maar eens gewoon een tijdje werken!' was zijn advies en daar kon ik niet omheen. Ik kon aan de slag bij zijn werkgever. Voor een periode was mijn toekomst duidelijk, al hield het ook daar een keer op. Vier jaar lang reisde ik elke dag naar Den Haag, gevolgd door nog eens twee jaar op en neer naar Zwolle. Licht administratief werk. De lol haalde ik uit het contact met collega's, al moet ik toegeven dat de sfeer onder collega's in Den Haag een stuk aangenamer was dan in Zwolle. Elke dag hetzelfde, je klokte in, je klokte uit en je wist op maandag wat er op vrijdag stond te gebeuren. Ik was dan ook blij toen het contract afliep en ik op zoek kon naar weer iets anders. De vraag was echter, wat daarna? Stom toevallig kwam er een advertentie voorbij. Het plaatselijk psychiatrisch ziekenhuis zocht mensen die opgeleid wilde worden tot verpleegkundige. Eerst negen maanden naar school, daarna in deeltijd studeren en tegelijkertijd in het werkveld ervaring op doen. Hoewel mijn ouders direct enthousiast waren, omdat ik hiermee in de voetsporen van mijn opa zou treden, was alleen die constatering voor mij een reden om kritisch naar deze nieuwe stap te kijken. Het voordeel was, je kreeg meteen betaald. Uiteindelijk heb ik de opleiding afgerond en werk ik nu bijna 33 jaar in de gezondheidszorg. Inmiddels niet meer als verpleegkundige, maar als veiligheidskundige. Waar school voor mij vroeger een lijdensweg was, heb ik op latere leeftijd de ene naar de andere opleiding succesvol afgerond. Ik heb inmiddels ook meegeschreven aan twee boeken en ruim 7 jaar geleden zag mijn eerste boek het levenslicht. Zo, op het eind van mijn carrière, lijken alle puzzelstukjes op zijn plek te vallen. Toch blijf ik zoeken, blijf ik dromen. Ik zeg vaak dat ik mijn werk leuk vind, maar dat het niet mijn hobby is. Ergens droom ik er van om bezig te zijn met wat ik werkelijk leuk vind, maar wat is leuk en zit de wereld daar op te wachten?  Ik weet niet eens zeker wat ik echt leuk vind. Er is zo veel wat ik leuk vind. Ik schrijf graag verhaaltjes, maar doe ik dat met mijn dyslexie? Nu heb ik een min of meer vast inkomen, zelf als ik een paar dagen ziek ben, word ik doorbetaald. Hoe zorg ik er voor dat er nog brood op de plank komt als ik er echt voor zou gaan? 




De droom van de slak


"Een droom over een slak suggereert dat je te gevoelig. Je voelt je geremd, hoewel je er tegelijkertijd naar verlangt om extroverter en energieker te zijn. Of deze droom suggereert dat je gestage vooruitgang boekt in de richting van een doel. Je moet op je eigen tempo doorgaan." Zoveel was te lezen op een of andere occulte website over dromen. Het klinkt misschien vreemd, maar ergens zit hier wel een kern van waarheid in. Ik voel mij zeker geremd, durf mijn dromen niet echt na te jagen. Ik zou willen dat ik meer lef zou hebben, het lef om mijn dromen na te jagen. 








vrijdag 18 februari 2022

Winteren

 Na een tip van een goede kennis heb ik het boek Winteren, van Katherine May, gekocht. Een boek over, de titel zegt het al, over de winter, maar veel meer nog een boek over ons, over de mens en hoe wij rampspoed van ons af duwen. Een boek over het waanidee dat vooruitgang een liniair proces is, dat het altijd beter moet gaan, dat wij altijd moeten streven naar meer. May houdt ons voor dat ons leven veel meer een cylisch proces is. Een proces van gaan, gas terug nemen, rusten en weer gaan, om het simpel te houden. Net als eekhoorns, druk zijn met het aanleggen van een wintervoorraad en om het dan in de winter rustig erg aan te doen. Wij mensen zijn het hele jaar druk, stil stand is achteruit gang, hoor je dan ook regelmatig. Wij hebben afgeleerd om een pas op de plaats te maken, om even afstand te nemen van alles om ons heen. 


Over afleren gesproken. In onze drang naar verder, naar meer hebben wij veel afgeleerd. Vooruitgang komt met gebreken. Na de tzunamie in 2004 bleek dat veel mensen in de kustgebieden waren omgekomen. Bij het ontbreken van een tzunamie waarschuwingssysteem, waren veel mensen te laat gevlucht. De dieren hadden dit beter voor elkaar. Zij hebben een soort intern waarschuwingssysteem, een soort collectief geheugen, dat maakte dat zij adequaat handelen op basis van signalen die zij opvangen. Waar wij denken dat wij vooruit gaan, zouden wij ons af moeten vragen of er geen sprake is van degeneratie. Wij kloppen ons zelf vaak op de borst. Kijk ons eens, maar is dat ook terecht? Zijn wij niet gewoon steeds meer egoistische solisten  geworden, die in de loop der tijd van alles hebben afgeleerd en zijn vergeten? 

Katherine May maakt in haar boek enkele malen de vergelijking met de dierenwereld.Zo maakte zij ook de vergelijking met een bijenvolk. Een bijenvolk als organisme, losse onderdelen die tot in perfectie samenleven en samenwerken. Wij het lezen van deze vergelijking moest ik terugdenken aan een verhaal dat ik zelf jaren geleden heb geschreven, waarmee ik in België zelfs een prijs heb gewonnen. In dat verhaal maakte ik de vergelijking tussen het menselijk lichaam en Europa. Ons lichaam is ook een samenspel van nauw samenwerkende organen, die op hun beurt weer bestaan uit cellen. Elke cel heeft een kern met daaromheen een celwand. Een ongebreidelde groei van de cel, leidt tot problemen met de celwand. Net als bij een fietsband die je, tijdens het plakken van je band, veel te hard oppomt, dan wordt de buitenwand dun, met alle gevolgen van dien. In mijn verhaal over de celdeling, een pleidooi om oog te hebben voor de celwand, die overigens doorlaatbaar is, maar ook voor de celkern. In het verhaal ook een metafoor over een kampvuur en het feit dat mensen die direct om het vuur zitten zich het best warm hebben, terwijl de mensen die achteraan zitten, de warmte minder voelen en het kampvuur soms in het geheel niet meer kunnen zien. De metafoor vertaalt naar Europa, de boer in Roemenië zullen veel minder de voordelen van een verenigd Europa ervaren dan de mensen die dichter bij de kern zitten. In de metafoor van het bijenvolk zien wij nog iets anders, namelijk de rol van de koningin. Het bijzondere aan het bijenvolk is dat bijen allemaal een eigen taak hebben maar niet te beroerd zijn om taken over te nemen. De bijen die buiten de kast gaan, zijn ook het beste beveiligd em hoe ouder de bij, hoe beter beveiligd. Ik wist dit niet, maar als de prik van een bij enorm veel pijn doet, weet je zeker dat het een oude, ervaren bij is. Toch is een bijenvolk niets menselijks vreemd. Want, in belang van het grotere, kan een oude, zwakke bij verstoten worden. Als ze niet meer nuttig zijn, dan wordt de bij gewoon de toegang tot de bijenkast ontzegd. 



Je zou het kunnen vergelijking met wat de Nazi's deden in de  Tweede Wereldoorlog, gehandicapten en, zoals zij dat noemde, de associale, werden in concentratiekampen gestopt. Ook nu zien wij, als de oplossing om de samenleving open te houden, het wegstoppen van de kwestbaren in de samenleving. May roept dan ook op om geen bij te zijn. Mensen hebben het vermogen om met teleurstellingen om te gaan, er weer bovenop te komen, om beloning uit te stellen. Onze samenleving is oneindig complexer, met alle mogelijkheden en onmogelijkheden, hebben wij oneindig veel keuzes. Wij moeten het alleen zien en nog doen. 





zaterdag 16 februari 2019

Een pasfoto


Mijn rijbewijs moet verlengd worden. De tien jaar waarvoor het rijbewijs was afgegeven is verlopen. Ik werd hier keurig aan herinnerd door de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Ik kon mij hiervoor vervoegen bij de afdeling Burgerzaken van de gemeente Apeldoorn. Ik had hier voor nodig een recente kleurenpasfoto die voldoet aan de eisen van de Fotomatrix Model 2007, het eerder afgegeven rijbewijs en eventueel een medische verklaring. Het rijbewijs zou binnen vijf werkdagen gereed zijn. Ik wilde niet het risicolopen lang te moeten wachten, dus dacht ik er goed aan te doen vooraf een afspraak te maken. Jongstleden donderdag mocht ik komen. Woensdagmiddag heb ik gebruikt om nieuwe pasfoto’s te maken. De fotograaf legde mij keurig uit dat het maken van pasfoto’s voor officiële documenten  tegenwoordig aan strikte regels is gebonden. Ik mocht niet lachen, recht in de camera kijken en de foto moest vooral niet te groot of te klein zijn. Check en dubbel-check.

Die donderdag stond ik op tijd aan de balie van het gemeentehuis.
   “Ik kom mijn rijbewijs verlengen” en ik legde de brief van de RDW op de balie.
   “Ik heb alleen een pasfoto en uw oude rijbewijs nodig, meer niet”
Ik zette mij tas op de balie en haalde uit het voorvak het mapje met de pasfoto’s en mijn rijbewijs.
   “Die ik ook wel aan vervanging toe” zei de dame en keek meewarig naar het vod.
   “Ja, sorry, het is een keertje in de wasmachine terecht gekomen en daar kan het rijbewijs niet echt tegen”
De dame keek wat bedenkelijk naar mijn pasfoto. Ze heeft een doorzichtig folie, waarop een soort matrix staat. Ze schuift het folie over mijn pasfoto heen en weer. Ze kijkt nu echt zorgelijk.
   “Heeft u nog andere foto’s?”
   “Er zijn 6 foto’s gemaakt, maar is er iets niet in orde?”
   “Ja zeker, uw hoofd is te klein.”
   “Te klein, te klein, u gaat mij nu niet vertellen dat de foto’s niet goed zijn!”
   “Eigenlijk is dat wel de boodschap, ja, maar heeft u misschien nog andere pasfoto’s?”
Ik legde de overige vijf foto’s op de balie. De dame begon ze een voor een kritisch te bekijken. Ze pakte andermaal het folie, schoof het over de pasfoto’s. Ze keek mij nu echt zorgelijk aan.
   “Ik ben bang dat ik deze toch allemaal zal moeten afkeuren.”
Ik weet even niet wat ik moet zeggen.
   “Ik ga een formulier voor u invullen en daarmee kunt u bij de fotograaf gratis nieuwe foto’s laten maken,” zei ze met een grote glimlach. Zonder ook maar een woord te zeggen liep ik weg. Ik reed direct door het eerste het beste rode stoplicht, naar de fotograaf. Binnengekomen legde ik het formulier en mijn pasfoto’s op de balie.
   “Afgekeurd, alle zes!”
   “Dat bestaat niet! De foto’s zijn echt goed. Ik heb alles nog nagemeten.”
Dan ziet de fotograaf de naam van de gemeente ambtenaar op het formulier.
   “Mevrouw De Jong, maar die keurt echt alles af. Ik zal het nog een keer na meten.”
De fotograaf pakt een liniaal en meet alles nog eens na. Alles blijkt binnen de norm te vallen.
Ik snap nu werkelijk niet op welke gronden mijn pasfoto’s zijn afwezen. Nieuw pasfoto’s en een nieuwe afspraak bij afdeling Burgerzaken worden gemaakt. Vijf dagen later meld ik mij weer bij de receptie en daarna bij de balie van afdeling Burgerzaken. Dit keer geen mevrouw De Jong. Ik doe mijn verhaal en leg mijn nieuwe pasfoto’s en mijn oude rijbewijs op de balie.
De dame pakt routinematig het doorzichtige folie met de matrix en schuift deze over mijn pasfoto. Een grote frons verschijnt. Ze schuift het folie nog eens over mijn pasfoto heen en weer.
   “Heeft u wellicht nog andere pasfoto’s?”
   “Is er iets niet in orde?” vraag ik op mijn hoede.
   “Ja zeker, uw hoofd is iets te groot. Het is niet veel, maar dit kan ik zo niet accepteren.”
   “Dit is nu de tweede keer, eerst is mijn hoofd te groot, nu te klein, is het dan nooit goed?”
   “Kijk”, zegt de dame “U oren moeten binnen dit vakje vallen, ze vallen er een stukje buiten, maar wellicht zijn de andere foto’s wel goed?.”
Ik leg al mijn pasfoto’s, 12 in totaal op de balie en de dame meet ze allemaal na, met de matrix en met een liniaal.
   “Nee, het spijt me” zegt ze “ik zal alles af moeten keuren.”
   “Wilt u dan zo vriendelijk zijn om de fotograaf te bellen en hem dit zelf te vertellen?”
   “Nee, eerlijk gezegd ben ik dat niet van plan. Dat kunt u prima zelf.”
   “Ik zou het prima zelf kunnen vertellen ja, maar als ik straks bij de fotograaf kom zegt deze dat de foto’s goed zijn. Ik krijg een enorm ‘kastje-naar-de-muur-gevoel’ kent u dat?”
   “Nou vooruit. Staat het nummer op dat mapje?” en ze pakt het mapje waar de pasfoto’s inzitten.”
Ze belt het nummer. Na enige tijd wordt er opgenomen en vertelt ze op vrij dwingende wijze wat er allemaal mis is met mijn hoofd. Het gesprek leek te escalueren, maar op enig moment klaarde het gesprek van de dame aan de andere kant van de balie zichtbaar op.
"Goed, dan stuur ik hem zo bij u langs, dan moet het helemaal goed komen."
Ze keek mij nu aan en vertelde mij dat ik nog een keer naar de fotograaf moest. 

Uiteindelijk kwam het goed met mijn hoofd. Ik paste binnen de lijntjes, een voorwaarde om te mogen reizen.

Afbeeldingsresultaat voor pasfoto matrix

Jargon


   “Hallo Walter, kan jij ook even komen en de computer even de computer laten, dan kan ik overdragen. Ik ben hier al van elf uur gisterenavond en wil straks wel mijn bed in” zucht Bert.
   ”Ja, sorry, ik was het verpleegplan van mevrouw Stoffels aan het doorkijken. Ik ben haar mentor zoals je weet. Zij heeft gisteren een impulsdoorbraak gehad en is daarop gesepareerd lees ik?” reageert Walter.
   ”Ik heb de dienstdoende arts er nog wel bijgehaald, maar ze was echt vreselijk grensoverschrijdend bezig, zie hield de hele tent wakker. Volgens de dienstdoende arts was een prikkelarme omgeving op dit moment het beste.
De hoofdwacht had de separeer geregeld, maar ik loop even de kamers verder af” gaat Bert verder.
   ”Ik begin even bij Kees. Kamer 112. Daar is vannacht een klein brandje geweest. Kees had zijn broek in de brand gestoken. Hij heeft verder geen letsel, maar wilde niet dat ik de brand kwam blussen. Ik heb de bodyguard gebruikt. Janine en Barry, van de Landgraaf, kwamen ter assistentie. met FAH kwam Kees wel tot bedaren en konden we het brandje blussen”
   ”Is de BHV-plus ploeg niet geweest?” wil John weten.
   ”Ja, maar toen hadden wij de boel al weer onder controle. Het enige wat ze gedaan hebben in (is) de brandmelder gereset. Mevrouw Hansen heeft een goede nacht gemaakt. Gerard is tot middernacht enorm dwangmatig geweest, telde tot bloedens toe alle tegeltjes rondom zijn wastafel. Ik heb hem zonodig medicatie gegeven.De heer De Jong is rond drie uur op weg naar het toilet gevallen. Ik vermoed dat hij gestruikeld is over zijn deken. Het is ook zo donker op zijn kamer” vertelt Bert.
   ”Ja, die noodverlichting, onder zijn bed is nog steeds niet gemaakt. Ik bel vandaag de TD.” antwoordt Walter.
   ”Ha, ja en dan Onno. Ik moest hem bij de eerste ronde wekken voor toiletbezoek, zegt ‘ie als hij op de rand van het bed zit dat hij wel een portie klappen zal geven”
   ”O ja, en wat heb je gedaan? De vorige keer dat hij zo reageerde, konden we hem daarna platspuiten” reageert John.
   ”Nee, zover heb ik het niet laten komen. Onno is gewoon een leuke, maar soms wat vreemde man. Ik heb hem gezegd dat het niet verstandig was zulke dingen te zeggen, omdat ik veel sterker ben en als hij dat wilde uitproberen even mee moest lopen”
   ”En toen?” wil John weten.
   ”Toen niets, hij gaf mij een aai over de bol en zei dat het een grapje was. Ik denk trouwens dat je hem vandaag wat moet assisteren bij z’n ADL want hij stinkt, misschien is een keertje extra onder de douche geen overbodige luxe.”
   ”Met mevrouw Van Tiel gaat het wel weer beter, denk ik. Ik heb haar vanmorgen al getempt. Temp was prima, nog wel wat verhoging, maar geen koorts meer. Ik zou haar nog lekker in bed laten, maar even niet naar het DAC-huis.”
”Ja, lijkt mij best. Ik zal ze nog wel even bellen, want ik meende dat ze vandaag met DAC nog een dagje weg ging.”
   ”Dan heb ik eigenlijk nog een dingentje. Ik zag dat bij Gerard de zonodig medicatie op is. Als jullie toch medicatie moeten nakijken, bestel dan direct nieuwe zonodig voor Gerard.”
   ”Oké, dat was het dan. Ik ben er weg van mensen, ik ga naar huis, onder de wol. Het was me het nachtje wel weer. Rustige dienst jullie.”


Gerelateerde afbeelding


vrijdag 15 februari 2019

Vaderswerk


“Wat doet jouw vader voor werk?”
“Mijn vader doet voor werk?” Kelly moet even nadenken.
“Hij doet voor werk” herhaalt ze. Ze kijkt schuin omhoog alsof het daar geschreven staat.
“Hij doet voor werk ….” Kelly kijkt mij aan. “Ik weet het niet.”
“Echt niet?”
“Ik weet het echt niet,” zucht Kelly.
“Doet hij niets?” vraagt Jos.
“Hij doet wel iets!”
“Hij gaat ’s ochtends van huis met een broodtrommeltje en …..”
“Nee, roept Kelly,  hij gaat vannacht altijd weg.”
“Hij gaat dus ’s nachts weg,” herhaalt Jos.
“Ja soms, soms weg,” hakkelt Kelly, die dit eigenlijk toch wel vreemd lijkt te vinden.
“Wanneer komt hij weer terug dan?” vraagt Jos, die nu toch wel nieuwsgierig geworden is.
“Volgens mij heel laat.” Kelly maakt daarbij een grote zwaai met haar rechterarm alsof ze wil laten zien hoe lang haar vader weg is.
“Als de dag voorbij is, dan komt hij thuis.”


Afbeeldingsresultaat voor vaders werk

donderdag 14 februari 2019

Valentijnsdag


Ik vind dat kinderen tegenwoordig vroeg wijs zijn. Nu is het is bijna Valentijnsdag. Een dag waarop sommige mensen het leuk vinden om aan iemand, van wie ze veel houden een speciale kaart, een Valentijnskaart, een bos rode rozen of een doos bonbons te geven. Allemaal erg gemaakt, als je het mij vraagt. Voor peuters en kleuter is verliefd zijn heel gewoon. Niets geen kaarten, bossen bloemen of ander commercieel gedoe. Voor hen is alles soms zo vanzelfsprekend dat wij als volwassenen soms versteld van staan. Neem nu mijn klas, jongens en meisjes van een jaar of 6. Stuk voor stuk jongens en meisjes die weten waar het omgaat, die weten waar Abraham de mosterd haalt.
   “Voel jij je anders, als je verliefd bent?” vroeg ik gisteren aan Danique.
   “Warm” zei ze.
Dat vond ik wel mooi gezegd, warm.
   “Dan voel je je heel raar. Het is zo’n raar gevoel. Je hebt dan nergens zin in. Je lust dan helemaal geen eten enzo” ging ze verder.
   “Ben jij ook verliefd Stephan?” vroeg ik daarna.
   “Nee!” zei hij heel resoluut.
   “Echt niet, zijn er geen meisjes op jou verliefd?”
   “Nee, nee nooit juf!” zei hij zachtjes.
   “Dat vond ik wel raar.”
 Ik vroeg de andere kinderen of ze Stephan geen knappe jongen vonden.
   “Nee, hij is niet knap!” riep Myrthe toen vrij luid.
   “Nou, ik kan toevallig al wel zonder zijwieltjes fietsen!” zei Stephan, bijna huilend.
   “Dat wisten jullie niet hè? zei ik. “Hij fietst gewoon zonder zijwieltjes. Dat is wel knap!” zei ik en ik moest hem toen toch even over z’n bol aaien.
   “Nou, ik kan al wel met zonder losse handen.” reageerde Tim, die volgens mij vond dat ik hem had overgeslagen. 
   “Met losse handen, bedoel je denk ik?” zei ik. “Ben jij soms verliefd Tim?”
   “Ja, op mij!”, riep Sandra en ze keek daarbij heel uitdagend de groep rond.
   “Wat voel jij dan, als je verliefd bent?”
   “Vlindertjes in mijn buik en die worden dan zo doorgestuurd.”  Zei ze en ze maakte daarbij een streep van haar navel naar haar voorhoofd.
   “Zijn jullie papa’s en mama’s nog steeds verliefd?”
   “Ja!” riep Bas, alsof hij dat heel zeker wist.
   “Hoe weet jij dat?” Normaal gesproken kan je dit niet vragen, maar ik was nu wel nieuwsgierig.
   “Nou, dat ze de hele tijd bij elkaar op schoot zitten.” 
   “Is dat niet een beetje overdreven?” 
   “Ja, en ze zoenen.” 
   “Wat doen ze nog meer, als ze verliefd zijn?” vroeg Stephan brutaal. 
   “Stoeien in bed, soms,” flapte Bas er uit. “Dat is helemaal niet raar, dat doen alle papa’s en mama’s, soms.” Zei hij toen wel een stuk minder zeker van zijn antwoord.
   “Stoeien is niet vechten, toch?” wilde ik nog wel weten
De kinderen keken Bas gespannen aan.
   “Nee, lief stoeien, niet elkaar bijten en krabben,”  zei Bas.
Ik drink een slokje van mijn koffie, maar die is inmiddels koud.
   “Ja, die kinderen hebben meer door dan wij allemaal denken” zegt mij moeder.
   “Zal ik je nog maar eens een kopje verse koffie voor je zetten?”

Afbeeldingsresultaat voor valentijnsdag


donderdag 25 oktober 2018

Communicatie

Welkom bij Marktplaats. Waarmee kan ik je helpen?
     Mijn postcode wordt niet herkend, hoe is dit mogelijk? Wij wonen hier al ruim 25 jaar, zo oud is deze postcode dus al.
     Ik snap niet echt wat je bedoelt. Kun je je vraag anders verwoorden?
Veel anders is niet mogelijk. Mijn postcode wordt niet herkend.
     Klopt het dat je postcode niet wordt geaccepteerd?
Ja, dat klopt.
     Wat vervelend dat je postcode niet lijkt te werken. Wil je misschien een advertentie plaatsen met een buitenlandse postcode?
     Nee
Hmm, het kan dan zijn dat je postcode nog niet is uitgegeven. Wij gebruiken postcodes van een derde partij. Als we je postcode nog niet herkennen, kun je het beste kiezen voor een postcode van een wijk bij jou in de buurt. Is er nog iets anders wat ik voor je kan doen?
     Ik woon hier 25 jaar, zo oud is mijn postcode dus al. Waarom zou deze niet herkend worden?
Ik snap niet helemaal wat je bedoelt. Kun je je vraag anders verwoorden?
     Mijn postcode is al jaren geleden uitgegeven. 
Ik begrijp het niet helemaal. Wil je contact opnemen met mijn collega's?
     Ja, graag. Dit leidt nergens naar.
Ik wil je graag helpen met je vraag of opmerking. Misschien kan ik je een antwoord geven en anders zullen we samen even een mail opstellen naar mijn collega's. Waarover wil je contact opnemen?
     Ik wil graag iemand spreken.
Je kunt via mij een bericht achterlaten voor de klantenservice van Marktplaats. Ik stel je eerst enkele vragen. Daarna noteer ik je vraag of opmerking. Wat is je naam?
     Ik wil iemand spreken. Iets met een telefoonnummer, hebben jullie dat?
Wat is je e-mailadres?
     Ik wil iemand spreken.
Wil je contact opnemen met Marktplaats?
     Ja
Ik wil je graag helpen met je vraag of opmerking. Misschien kan ik je een antwoord geven en anders zullen we samen even een mail opstellen naar mijn collega's. Waarover wil je contact opnemen?





donderdag 15 maart 2018

Een kwestie van afdingen

Het is 2e Paasdag. Op de meubelboulevard zijn de winkels open. Een uitgelezen moment voor een eerste oriëntatie op een nieuwe keuken. Omdat wij ook de badkamer willen verbouwen leek het ons een goed plan om een zaak uit te zoeken die beide kan leveren. Bij ons op de meubelboulevard die zowel keukens, als ook de inrichting voor badkamers verkoopt. Bij het oprijden van de parkeerplaats blijkt het er enorm druk te zijn. Eigenlijk is dit vragen naar de bekende weg, want 2e Paasdag is het uitje toch de meubelboulevard. Als wij de winkel binnenlopen komt er snel een verkoper naar ons toe. Of hij ons van dienst kan zijn. Natuurlijk kan hij dat, graag zelfs. Wij vertellen hem dat wij gaan verbouwen en ons aan het oriënteren zijn op een nieuwe keuken.
"Dan bent u bij ons aan het goede adres!" zegt de man.
De man neemt ons mee naar een tafel achter in de winkel.

Less is more

Zo'n beetje elk bedrijf in ons land heeft vacatures. Dat is op zich geen opzienbarend nieuws, maar wat bijzonder is, is dat er meer vaca...