Posts tonen met het label handicap. Alle posts tonen
Posts tonen met het label handicap. Alle posts tonen

maandag 19 februari 2018

In een extraverte wereld

"Jouw heb ik nog niet gehoord, zei een collega in een werkoverleg laatst tegen mij."
Het klopte, tot dat moment had ik nog niets gezegd. Dat wil niet zeggen dat ik geen mening heb, niet over de zaken nagedacht had. Ik denk veel na, er gebeurd veel in mijn hoofd, maar ik sta niet te popelen om daar ook altijd direct mee naar buiten te treden. Ik sta echter niet graag in het middelpunt van de belangstelling. Ik vind één op één contact binnen een groep prettiger dan binnen een hele groep, zeker als ik velen niet ken. Ik ben introvert , ik twijfel, ik ben voorzichtig en dat wordt niet altijd geaccepteerd in een maatschappij die ingericht is op zelfverzekerde, extraverte mensen. Toch ben ik niet alleen, ik heb een uitgebreide vriendenkring. Ik ben een netwerkwerker, met een wereldwijd netwerk maar op momenten vind ik het prettig om alleen te zijn om na te denken. Ik druk mij ook beter uit in geschreven taal dan mondeling.

Ik ben altijd een stille, serieuze, jongen geweest. Een familielid noemde mij ooit de filosoof van de familie omdat altijd zo diep nadacht over dingen waar een kind van mijn leeftijd niet normaal gesproken niet over nadenkt. Toch was een spreekbeurt zo'n beetje het eerste dat ik moest doen. Een mondeling Nederlands ging vroeger nog over de inhoudt. Tegenwoordig krijg je punten aftrek omdat je, van al de spanning, monotoon praat. Debatteren is een vak. Wij moeten altijd en overal een mening over hebben en dat ook nog uiten ook. Tijdens de ledenvergadering van de sportvereniging hebben altijd het vaste groepje mensen het hoogste woord. Of dat ook altijd de meest zinvolle inbreng is?




dinsdag 6 februari 2018

Egoïsme

Soms zijn er van die dagen dat ik heel verdrietig wordt.Verdrietig om zo veel egoïsme. Als mensen nu iets roepen omdat men gewoon niet beter weet oké, maar als het egoïsme omgeven wordt door echte non argumenten, als men er werkelijk van alles bij haalt om het eigen egoïsme ter verbergen, dan word ik daar niet eens meer boos over. Daar word ik echt verdrietig van. Ik heb het dan over de nieuwe Donorwet. De onzin die op social media over ons heel gerold wordt. De diep paranoïde reacties, alsof de overheid onze lichamen zou kapen, het is bizar. In een echt oprecht serieuze reactie wordt hier dan aan toegevoegd dat in de huidige regering nog fatsoenlijke mensen zitten. Mensen die nog wel te vertrouwen zijn, maar stel dat er ook iemand als Trump komt.... volgt er dan uiterst serieus.


Afbeeldingsresultaat voor paranoia



zaterdag 2 mei 2015

Dyslektisch

In onze talige samenleving ben je behoorlijk gehandicapt als je dyslectisch bent. Je bent het speerpunt van spot. In social media, als Twitter en Facebook word je bijkans dood gegooid met zogenaamde ‘taalvoutjes’. Taalextremisten terroriseren ons met opmerkingen hoe het anders moet, hoe het vooral beter moet. Officiële stukken moeten foutloos gespeld worden anders snapt de lezer er niets van. Soms ook wordt gesteld dat een stuk tekst met spelfouten slordig staat. Het zou iets zeggen over de schrijver. Een slordige schrijver levert teksten vol fouten.




woensdag 17 december 2014

Donker

Het is al aan het schemeren als ik, voor mijn kantoor, de bus in stap naar huis. Ik ben niet de enige die zijn werkdag er op heeft zitten. De bus zit vrij vol. Halverwege de bus is nog een plaatsje vrij. Ik haal de Spits uit mijn tas en probeer het nieuws van de dag door te nemen.
Enkele bushaltes en een paar straten verderop stopt de bus. De deuren gaan open. Ik hoor een getik. Het lijkt alsof iemand, met iets van metaal, tegen de bus aan tikt. Ik leg de krant op mijn schoot en kijk naar buiten. Voor de bus staat een oudere dame, met een grote donkere zonnebril op.
“Is dit lijn 5, die door de Wapenrustlaan rijdt?”
“Nee, ik ben bus 15, maar ik rij wel door de Wapenrustlaan”
“Weet u waar de Auroralaan is, daar moet ik er uit?”
“Nee, het spijt me, ik ben hier niet bekend.”
“Op de heenweg was het de eerste halte aan de linkerkant. Het zal nu wel, nou ja, aan de rechterkant zijn.”
“Chauffeur, de halte Auroralaan is de laatste halte in de Wapenrustlaan” roept iemand van achter uit de bus.
“Dank u wel” zegt de chauffeur.
“Ik waarschuw u wel als ik er ben” zegt hij dan tegen de dame.
De dame loopt tastend door het gangpad, de stok strak tegen zich aanhoudend. Glijdend gaat haar oude hand langs de banken. De mensen in de bus kijken naar de schuifelende dame, maar niemand staat voor haar op.
“Komt u hier maar zitten” zeg ik en pak de dame bij de mouw van haar jas.
“Dank u wel mijnheer. Is daar nog plaats?”
“Ja hoor, komt u maar naast mij zitten.”
“Dank u beleeft, u bent werkelijk een heer” zegt de dame.
“Dat valt ook wel mee. Het is niet meer dan normaal, dat ik voor u op sta.”
“Nou, tegenwoordig is het niet meer zo vanzelfsprekend dat mensen opstaan voor een oude-van-dagen”
“Daar heeft u helemaal gelijk in en dat stoort mij enorm. Ik vind dat de jeugd van tegenwoordig wat meer respect mag tonen. Ze voeren niets uit, ze hangen maar, ze vernielen maar, altijd keiharde muziek, wat iedereen maar mooi moet vinden. Ze schelden iedereen maar uit, nooit is het hun probleem, nee respect is ver te zoeken. Dat is iets uit de vorige eeuw.”
“Als ik vragen mag, u bent toch niet zo oud?”
“Nee, dat valt nog reuze mee. Ik ben geboren in 1971, dus dan ben ik …”
“Dan bent u net zo oud als mijn oudste kleinkind. Ach meneer, zo veel verschilt de jeugd van nu niet met de jeugd van vroeger. Toen ik zo oud was als de jeugd van tegenwoordig, was ik net zo. Mijn ouders waren ook streng en ouderwets en school, liever niet. Het was oorlog en school was niet altijd fijn. Soms gingen wij niet eens naar school. U wilt mij vast niet geloven, maar iedere avond Mens-erger-je-niet spelen met je vader en moeder, is op een moment ook vervelend. Nee, zo donker zie ik onze samenleving niet in.”
Een donkere jongen, van een jaar of 15, honkbalpetje op, draait zich even om en kijkt mij glimlachend aan. Ik krijg een warm gevoel. Mijn hoofd doet opeens enorm pijn. Ik kan wel door de grond zakken.
“Halte Auroralaan” klinkt het dan door de bus.
“Ben ik er al bijna?”
“U bent er bijna. De volgende halte moet u er uit. Ik zal wel even op het knopje drukken.”
Als ik op het knopje springt het lichtje voor in de bus op rood. De bus remt langzaam en stopt bij de halte.
“Ik zal u even helpen” zeg ik.
“Dank u zeer, u bent echt een bijzonder vriendelijke jongeman”
Ik sta op, pak de dame bij de hand en help haar voorzichtig overeind. Ik loop wel even met u mee naar de deur. De dame pakt haar stok. Behoedzaam loopt ze de trap af, tikkend tegen de wanden van de deuropening.
“Het is donker buiten” zeg ik volledig overbodig.

“Voor mij schijnt de zon altijd jongeman.”De dame zet haar zonnebril nog maar een goed en loopt dat het pad af, richting de huizen aan de Auroralaan.

Less is more

Zo'n beetje elk bedrijf in ons land heeft vacatures. Dat is op zich geen opzienbarend nieuws, maar wat bijzonder is, is dat er meer vaca...