zondag 26 maart 2023

Als resultaten tellen

In een meer dan lezenswaardig artikel ging Michiel de Hoog, redacteur van De Correspondent, in op een van de spannendste experimenten in de geschiedenis van het voetbal. In Denemarken wil de Deense voetbalbond, samen met de Deense profclubs en amateurverenigingen, gezamenlijk proberen het  geboortekwartaaleffect te verslaan. Mocht dat lukken dan is dat echt bijzonder.

Al in de jaren 70 van de vorige eeuw bleek uit onderzoek dat het geboortekwartaaleffect voorkwam in het Nederlandse onderwijs. Er bleken, in het speciaal onderwijs, veel kinderen geboren te zijn in de laatste drie maanden voor de peildatum. Zouden de kinderen, geboren in de maanden juli, augustus en september dan gewoon dommer zijn dan de overige kinderen? Hiervoor bleek geen bewijs. Sterker nog, dit fenomeen bleek ook in Engeland voor te komen. Alleen bleken de 'domme kinderen' daar geboren in de maanden juni, juli en augustus. In Engeland bleken het juist de kinderen geboren in september die erg goed scoorde. Dit in tegenstelling tot de Nederlandse situatie waar het juist die kinderen bleken te zijn met de grootste problemen. Voor iemand die goed tussen de regels door kan lezen, de peildatum in Engeland lag één maand eerder, namelijk op 1 september. Ook in de sport bleek er sprake van een geboortekwartaaleffect.

In de NHL bleek er sprake van een geboortekwartaaleffect. In Nederland bleek dat bij Ajax  toch wel heel veel kinderen geboren in de eerste drie maanden van het jaar. Ook in het volleybal bleek dit het geval. Hier speelde nog wel een anders,  het verschil tussen de nationale en de internationale peildatum. Waar de nationale peildatum lag op 1 oktober, lag de peildatum internationaal op 1 januari. Lees hierover het artikel van Daan Krijnen!

Oneerlijke concurrentie
Het geboortekwartaaleffect is eigenlijk, kort door de bocht, een vorm van oneerlijke concurrentie. Kinderen geboren in de eerste drie maanden van het jaar zijn over het algemeen fysiek sterker en geestelijk rijper. Zij lijken daardoor talentvoller. Hoe groter de spreiding, bij kinderen in de groei, hoe groter het onderscheid. Waar het effect in het onderwijs al naar voren kwam, is het vrij helder dat in de sport, waar gewerkt wordt met tweejaargroepen, het effect nog groter is. Want zelfs tweede jaars, geboren in de laatste maanden van het jaar behoren ook dan, vaak niet tot de oudste van de leeftijdscategorie.

Het blijkt niet zo eenvoudig om dit probleem op te lossen. Op de eerste plaats zijn wij niet zo heel goed in om naar de toekomst te kijken. Van een kind dat op 9-10 jarige leeftijd goed is, is het maar helemaal de vraag of dat kind ook zo goed is als hij 19-20 jaar oud is. Hoe jonger een kind gescout wordt hoe moeilijker dat voorspellen natuurlijk is. In de sport kijken trainers vaak niet verder dan, als je geluk hebt een seizoen. Trainers bekijken met welke spelers zij kunnen scoren, kampioen kunnen worden. De trainer van de Jo9-1 is in het geheel niet bezig met de vraag of een speler die hij selecteert op dit moment misschien nog niet echt goed is, maar straks wel in het eerste of misschien nog wel hoger zou kunnen komen. Dat vraagt van elke individuele trainer dat hij beseft dat hij slechts een passant is, onderdeel is van een proces waarbij niet de trainer maar het sportende kind centraal staat.


Denken in groepen
Een ander bijkomend probleem realiseerde ik mij nu zo'n 6 jaar geleden. Ik zat voor een 10 minuten gesprek bij de leerkracht van groep 8. Het rekenen van mijn zoon was het onderwerp van gesprek. Waar ik vroeg hoe het ging met mijn zoon, begon de leerkracht mij uit te leggen hoe hij rekenles gaf aan de klas, hoe het met de klas ging. Op het moment dat ik aangaf dat ik slechts 10 minuten had gekregen en niet de vader was van een hele klas, moest de leerkracht even schakelen. Dit herkent natuurlijk iedere trainer. Trainers denken in groepen, niet individuen. Welke teamsporttrainer werkt met individuele ontwikkelplannen? Zelfs het aantal voetbaltrainers dat werkt vanuit vooraf omschreven jaarplannen is laag, laat staan dat dit nader uitgewerkt is naar individuele ontwikkelingsplannen. Trainers denken, net als die leerkracht in grootst gemene delers. Zij gaan net als die leerkracht voorbij aan het feit dat ontwikkeling vooral individueel is. Trainers binnen teamsporten doen er alles aan om van een groep individuen een team te maken, terwijl wij weten, tenminste dat hoop ik, dat de uitdaging van iedere trainer binnen een teamsport is ontwikkeling vooral individueel te benaderen. Waarom anders zouden veel teamsporters die stoppen met hun sport, stoppen met sport en gaan sporters die aan een meer individuele sport doen, na het stoppen met hun sport, veelal een andere sport doen?

Denemarken
Het valt dus ook niet mee om dit probleem op te lossen. Wij hebben 'willen winnen' in onze genen en dat moet er al heel, heel jong, in gepompt worden. Daarbij is het heel moeilijk om voorbij onze horizon te kijken. Het is enorm moeilijk om je als trainer te realiseren dat je ook maar een passant bent. Tot slot is het heel lastig om ontwikkeling individueel te zien. Tel daarbij op dat er nog steeds een vastgeroeste gedachte is dat echte talenten echt wel boven komen drijven en je hebt het recept tot een amper op te lossen probleem.

Toch gaat men dat in Denemarken proberen, zo is te lezen in het laatste artikel van Michiel de Hoog. Flemming Berg, hoofd Ontwikkeling van de Deense voetbalbond vindt het niet langer te verkopen dat kinderen het niet redden omdat ze per ongeluk in een verkeerde maand geboren zijn. Waar in ons land, de afgelopen 30 jaar geen maatregelen genomen zijn en wij om de zoveel tijd concluderen dat het wel heel erg is maar wij daarna rustig doorslapen, worden er in Denemarken, door de bond maatregelen genomen. Sinds 1 januari gaan Deense BVO's, maar ook de omringende amateurclubs selectieteams samenstellen die 'geboortemaandneutraal" zijn. Hiervoor is een quota voor afgesproken. Dit komt er op neer dat minimaal de helft van de jongens in al die ploegen afkomstig moet zijn uit de tweede helft van het jaar. Dit is natuurlijk een geweldig experiment, maar los dit het probleem van het geboortekwartaaleffect op? Kunnen trainers, scout überhaupt de korte termijn resultaten loslaten om te komen tot resultaten op de langere termijn. Levert dit op de lange termijn ook betere voetballers op?

Ik moet eerlijk zeggen dat ik eind jaren 90 ook dacht dat het werken met quota een oplossing zou zijn. In een artikel dat ik destijds voor de Volley Techno schreef, onder de titel 'Als je voor een dubbeltje geboren bent' beschreef ik het opdelen van een leeftijdscategorie in vier halfjaar groepen. Trainers zouden dan per half jaar een zelfde aantal spelers moeten selecteren. Deze groepen zouden dan ook op verschillende tijden gezien moeten worden, om vergelijken zoveel mogelijk tegen te gaan. Ik had zelfs het idee dat deze selectietrainingen dan ook niet door de trainers uitgevoerd diende te worden die er dat seizoen daadwerkelijk mee zouden gaan werken. Zoals in het artikel van De Hoog terecht wordt benoemd, zitten hier bijeffecten aan deze werkwijze. Zo kan het gebeuren dat je een speler af laat vallen vanwege het quota en niet omdat hij op de langere termijn niet goed genoeg zou zijn. Omgedraaid zou er ook een speler door kunnen komen, omdat je binnen het quota in dat half jaar nog een speler moet selecteren. Er zit echter, zo lees je in het artikel, een dieper liggende gedachte achter. Doordat BVO's verplicht zijn met die quota te werken, moeten amateurclubs waar gescout wordt, dit ook op deze wijze organiseren.

Wat ik in mijn laatste blog al als idee benoemde, moeten de BVO's in Denemarken de amateurclubs clubs daadwerkelijk gaan ondersteunen, zij moeten helpen met het opleiden van interne scouts. De Hoog noemt dat in zijn artikel een nationaal deltaplan in talentherkenning. De Deense initiatiefnemers benoemen dat het een enorme klus gaat worden. Een van de redenen waarom het een klus gaat worden is dat teams die kiezen voor jongere kinderen vaker zullen verliezen. Houden ze dat vol? Houden ze, zo gaat De Hoog verder, het vertrouwen dat de ze de juiste spelers hebben geselecteerd?

Wat is talent? Waar gaan ze opletten? Dit zal onherroepelijk leiden tot discussie en wellicht tot conflict, maar is dat een probleem? Misschien is dit wel goed, want wat is dus een talent? Waar letten trainers echt op bij het selecteren? Ga hier nu eens juist de discussie over aan! Met het instellen van keiharde quota is men er nog niet in Denemarken. Er zijn in Denemarken meer acties in gang gezet. Lees hiervoor vooral het artikel van Michiel de Hoog: Het geboortemaandeffect verpest het voetbal. Denemarken doet het anders

Hockey Visie
Het klinkt allemaal fantastisch en ik hoop echt dat de KNVB de BVO's zo ver krijgt dat wij hier vergelijkbare stappen kunnen zetten. Toch ben ik niet optimistisch. Een sport waarvan de vaandeldragers de eigen bond verwijten dat zij het winnen uit het voetbal hebben gesloopt, zal geen maatregelen nemen die er toeleiden dat er wedstrijden worden verloren. Als een willekeurige voetbalvader die zijn zoon succes wil wensen zegt:
"Wel winnen hè!" dan is er nog een wereld te winnen.

Wij zijn in Nederland niet te spreken over alweer een WK waaraan wij niet deelnemen. Wij zijn niet te spreken over de prestaties van de Nederlandse clubs op Europees niveau, maar kennelijk gaat het nog niet slecht genoeg.

Ik moest even terugdenken aan een artikel dat ik las in het blad HockeyVisie. In het artikel een stappenplan voor de mentale begeleiding van jeugdige sporters. Per leeftijdsfase werden de kenmerken van die fase benoemd, met de daaraan gekoppelde handvatten voor mentale begeleiding. Het stappenplan begint, net als bij de jeugdopleiding van PSV, met de fase FUNdamentals. Het gaat hier, voor de jongens, om fase van 6-9 jarigen. Meisjes zijn iets eerder klaar. Het stappenplan sluit af met de fase "Training to compete". Dit is fase waarin de competitie, het winnen, geleerd moet worden, belangrijk wordt. Voor jongens heeft met het dan over de leeftijd 16 tot en met 19 jaar. Ook hier zijn de meisjes weer iets eerder klaar. Waarom toch zou de fase "Training to compete" zó laat in naar voren komen in dit stappenplan?

Als resultaten tellen ...

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Less is more

Zo'n beetje elk bedrijf in ons land heeft vacatures. Dat is op zich geen opzienbarend nieuws, maar wat bijzonder is, is dat er meer vaca...