Posts tonen met het label psychologie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label psychologie. Alle posts tonen

zondag 26 maart 2023

Als resultaten tellen

In een meer dan lezenswaardig artikel ging Michiel de Hoog, redacteur van De Correspondent, in op een van de spannendste experimenten in de geschiedenis van het voetbal. In Denemarken wil de Deense voetbalbond, samen met de Deense profclubs en amateurverenigingen, gezamenlijk proberen het  geboortekwartaaleffect te verslaan. Mocht dat lukken dan is dat echt bijzonder.

Al in de jaren 70 van de vorige eeuw bleek uit onderzoek dat het geboortekwartaaleffect voorkwam in het Nederlandse onderwijs. Er bleken, in het speciaal onderwijs, veel kinderen geboren te zijn in de laatste drie maanden voor de peildatum. Zouden de kinderen, geboren in de maanden juli, augustus en september dan gewoon dommer zijn dan de overige kinderen? Hiervoor bleek geen bewijs. Sterker nog, dit fenomeen bleek ook in Engeland voor te komen. Alleen bleken de 'domme kinderen' daar geboren in de maanden juni, juli en augustus. In Engeland bleken het juist de kinderen geboren in september die erg goed scoorde. Dit in tegenstelling tot de Nederlandse situatie waar het juist die kinderen bleken te zijn met de grootste problemen. Voor iemand die goed tussen de regels door kan lezen, de peildatum in Engeland lag één maand eerder, namelijk op 1 september. Ook in de sport bleek er sprake van een geboortekwartaaleffect.

In de NHL bleek er sprake van een geboortekwartaaleffect. In Nederland bleek dat bij Ajax  toch wel heel veel kinderen geboren in de eerste drie maanden van het jaar. Ook in het volleybal bleek dit het geval. Hier speelde nog wel een anders,  het verschil tussen de nationale en de internationale peildatum. Waar de nationale peildatum lag op 1 oktober, lag de peildatum internationaal op 1 januari. Lees hierover het artikel van Daan Krijnen!

Oneerlijke concurrentie
Het geboortekwartaaleffect is eigenlijk, kort door de bocht, een vorm van oneerlijke concurrentie. Kinderen geboren in de eerste drie maanden van het jaar zijn over het algemeen fysiek sterker en geestelijk rijper. Zij lijken daardoor talentvoller. Hoe groter de spreiding, bij kinderen in de groei, hoe groter het onderscheid. Waar het effect in het onderwijs al naar voren kwam, is het vrij helder dat in de sport, waar gewerkt wordt met tweejaargroepen, het effect nog groter is. Want zelfs tweede jaars, geboren in de laatste maanden van het jaar behoren ook dan, vaak niet tot de oudste van de leeftijdscategorie.

Het blijkt niet zo eenvoudig om dit probleem op te lossen. Op de eerste plaats zijn wij niet zo heel goed in om naar de toekomst te kijken. Van een kind dat op 9-10 jarige leeftijd goed is, is het maar helemaal de vraag of dat kind ook zo goed is als hij 19-20 jaar oud is. Hoe jonger een kind gescout wordt hoe moeilijker dat voorspellen natuurlijk is. In de sport kijken trainers vaak niet verder dan, als je geluk hebt een seizoen. Trainers bekijken met welke spelers zij kunnen scoren, kampioen kunnen worden. De trainer van de Jo9-1 is in het geheel niet bezig met de vraag of een speler die hij selecteert op dit moment misschien nog niet echt goed is, maar straks wel in het eerste of misschien nog wel hoger zou kunnen komen. Dat vraagt van elke individuele trainer dat hij beseft dat hij slechts een passant is, onderdeel is van een proces waarbij niet de trainer maar het sportende kind centraal staat.


Denken in groepen
Een ander bijkomend probleem realiseerde ik mij nu zo'n 6 jaar geleden. Ik zat voor een 10 minuten gesprek bij de leerkracht van groep 8. Het rekenen van mijn zoon was het onderwerp van gesprek. Waar ik vroeg hoe het ging met mijn zoon, begon de leerkracht mij uit te leggen hoe hij rekenles gaf aan de klas, hoe het met de klas ging. Op het moment dat ik aangaf dat ik slechts 10 minuten had gekregen en niet de vader was van een hele klas, moest de leerkracht even schakelen. Dit herkent natuurlijk iedere trainer. Trainers denken in groepen, niet individuen. Welke teamsporttrainer werkt met individuele ontwikkelplannen? Zelfs het aantal voetbaltrainers dat werkt vanuit vooraf omschreven jaarplannen is laag, laat staan dat dit nader uitgewerkt is naar individuele ontwikkelingsplannen. Trainers denken, net als die leerkracht in grootst gemene delers. Zij gaan net als die leerkracht voorbij aan het feit dat ontwikkeling vooral individueel is. Trainers binnen teamsporten doen er alles aan om van een groep individuen een team te maken, terwijl wij weten, tenminste dat hoop ik, dat de uitdaging van iedere trainer binnen een teamsport is ontwikkeling vooral individueel te benaderen. Waarom anders zouden veel teamsporters die stoppen met hun sport, stoppen met sport en gaan sporters die aan een meer individuele sport doen, na het stoppen met hun sport, veelal een andere sport doen?

Denemarken
Het valt dus ook niet mee om dit probleem op te lossen. Wij hebben 'willen winnen' in onze genen en dat moet er al heel, heel jong, in gepompt worden. Daarbij is het heel moeilijk om voorbij onze horizon te kijken. Het is enorm moeilijk om je als trainer te realiseren dat je ook maar een passant bent. Tot slot is het heel lastig om ontwikkeling individueel te zien. Tel daarbij op dat er nog steeds een vastgeroeste gedachte is dat echte talenten echt wel boven komen drijven en je hebt het recept tot een amper op te lossen probleem.

Toch gaat men dat in Denemarken proberen, zo is te lezen in het laatste artikel van Michiel de Hoog. Flemming Berg, hoofd Ontwikkeling van de Deense voetbalbond vindt het niet langer te verkopen dat kinderen het niet redden omdat ze per ongeluk in een verkeerde maand geboren zijn. Waar in ons land, de afgelopen 30 jaar geen maatregelen genomen zijn en wij om de zoveel tijd concluderen dat het wel heel erg is maar wij daarna rustig doorslapen, worden er in Denemarken, door de bond maatregelen genomen. Sinds 1 januari gaan Deense BVO's, maar ook de omringende amateurclubs selectieteams samenstellen die 'geboortemaandneutraal" zijn. Hiervoor is een quota voor afgesproken. Dit komt er op neer dat minimaal de helft van de jongens in al die ploegen afkomstig moet zijn uit de tweede helft van het jaar. Dit is natuurlijk een geweldig experiment, maar los dit het probleem van het geboortekwartaaleffect op? Kunnen trainers, scout überhaupt de korte termijn resultaten loslaten om te komen tot resultaten op de langere termijn. Levert dit op de lange termijn ook betere voetballers op?

Ik moet eerlijk zeggen dat ik eind jaren 90 ook dacht dat het werken met quota een oplossing zou zijn. In een artikel dat ik destijds voor de Volley Techno schreef, onder de titel 'Als je voor een dubbeltje geboren bent' beschreef ik het opdelen van een leeftijdscategorie in vier halfjaar groepen. Trainers zouden dan per half jaar een zelfde aantal spelers moeten selecteren. Deze groepen zouden dan ook op verschillende tijden gezien moeten worden, om vergelijken zoveel mogelijk tegen te gaan. Ik had zelfs het idee dat deze selectietrainingen dan ook niet door de trainers uitgevoerd diende te worden die er dat seizoen daadwerkelijk mee zouden gaan werken. Zoals in het artikel van De Hoog terecht wordt benoemd, zitten hier bijeffecten aan deze werkwijze. Zo kan het gebeuren dat je een speler af laat vallen vanwege het quota en niet omdat hij op de langere termijn niet goed genoeg zou zijn. Omgedraaid zou er ook een speler door kunnen komen, omdat je binnen het quota in dat half jaar nog een speler moet selecteren. Er zit echter, zo lees je in het artikel, een dieper liggende gedachte achter. Doordat BVO's verplicht zijn met die quota te werken, moeten amateurclubs waar gescout wordt, dit ook op deze wijze organiseren.

Wat ik in mijn laatste blog al als idee benoemde, moeten de BVO's in Denemarken de amateurclubs clubs daadwerkelijk gaan ondersteunen, zij moeten helpen met het opleiden van interne scouts. De Hoog noemt dat in zijn artikel een nationaal deltaplan in talentherkenning. De Deense initiatiefnemers benoemen dat het een enorme klus gaat worden. Een van de redenen waarom het een klus gaat worden is dat teams die kiezen voor jongere kinderen vaker zullen verliezen. Houden ze dat vol? Houden ze, zo gaat De Hoog verder, het vertrouwen dat de ze de juiste spelers hebben geselecteerd?

Wat is talent? Waar gaan ze opletten? Dit zal onherroepelijk leiden tot discussie en wellicht tot conflict, maar is dat een probleem? Misschien is dit wel goed, want wat is dus een talent? Waar letten trainers echt op bij het selecteren? Ga hier nu eens juist de discussie over aan! Met het instellen van keiharde quota is men er nog niet in Denemarken. Er zijn in Denemarken meer acties in gang gezet. Lees hiervoor vooral het artikel van Michiel de Hoog: Het geboortemaandeffect verpest het voetbal. Denemarken doet het anders

Hockey Visie
Het klinkt allemaal fantastisch en ik hoop echt dat de KNVB de BVO's zo ver krijgt dat wij hier vergelijkbare stappen kunnen zetten. Toch ben ik niet optimistisch. Een sport waarvan de vaandeldragers de eigen bond verwijten dat zij het winnen uit het voetbal hebben gesloopt, zal geen maatregelen nemen die er toeleiden dat er wedstrijden worden verloren. Als een willekeurige voetbalvader die zijn zoon succes wil wensen zegt:
"Wel winnen hè!" dan is er nog een wereld te winnen.

Wij zijn in Nederland niet te spreken over alweer een WK waaraan wij niet deelnemen. Wij zijn niet te spreken over de prestaties van de Nederlandse clubs op Europees niveau, maar kennelijk gaat het nog niet slecht genoeg.

Ik moest even terugdenken aan een artikel dat ik las in het blad HockeyVisie. In het artikel een stappenplan voor de mentale begeleiding van jeugdige sporters. Per leeftijdsfase werden de kenmerken van die fase benoemd, met de daaraan gekoppelde handvatten voor mentale begeleiding. Het stappenplan begint, net als bij de jeugdopleiding van PSV, met de fase FUNdamentals. Het gaat hier, voor de jongens, om fase van 6-9 jarigen. Meisjes zijn iets eerder klaar. Het stappenplan sluit af met de fase "Training to compete". Dit is fase waarin de competitie, het winnen, geleerd moet worden, belangrijk wordt. Voor jongens heeft met het dan over de leeftijd 16 tot en met 19 jaar. Ook hier zijn de meisjes weer iets eerder klaar. Waarom toch zou de fase "Training to compete" zó laat in naar voren komen in dit stappenplan?

Als resultaten tellen ...

 


dinsdag 7 maart 2023

Sprookjes

Lang geleden, in een land hier heel ver vandaan, namelijk Canada leefde er een journaliste die niet van ijshockey hield, maar wel van haar vriend die ijshockey meer dan leuk vond. Samen bezochten zij een wedstrijd in de NHL. Haar vriend had de avond van zijn leven. Onze journaliste deed tijdens de wedstrijd de ontdekking van haar leven. Zo begon een verhaal dat leest als een sprookje. 

De wedstrijd kon haar niet echt interesseren, maar ze wilde geen spelbreker zijn, dus las zij aandacht het programmaboekje. Wat zij daar las, ging haar bevattingsvermogen ver te boven. Van beide teams bleken echt alle spelers geboren te zijn in slechts drie maanden van het jaar. Zou je dan alleen kunnen ijshockeyen als je geboren was in de wintermaanden? Dat kon niet waar zijn. Nieuwsgierig als zij was ging zij op onderzoek. Het onderzoek was de aanzet tot nog veel meer onderzoeken. Niet alleen in het ijshockey  bleken topsporters in maar een heel bepekt aantal maanden geboren te zijn. Ook in andere landen, maar ook in andere sporten, bleek er sprake te zijn van een geboortekwartaaleffect, zoals men dat fenomeen was gaan noemen. Het bleek ook dat je niet kon stellen dat het gewoon bij bepaalde sporten behoorde. Zo bleek er in het Duitse hockey sprake van een geboortekwartaal effect, maar niet in het Nederlandse hockey. Zo bleek dat het geboortekwartaal effect wel werd vastgesteld in de Nederlandse eredivisie, maar niet in de top van het voetbal in Brazilië. Met andere woord de (sport-) culturele omgeving zou wel eens een niet onbelangrijke factor kunnen zijn. Uit Nederlands onderzoek bleek, uit geboortecijfers van het CBS, dat er slechts weinig fluctuaties bestaan tussen de twaalf maanden van het jaar. Daar kon het dus ook niet aan liggen. Ook werd vastgesteld dat er echt geen samenhang bestaat tussen de mate van talent en de geboortedatum. Trainers kiezen bewust voor de oudere kinderen in een leeftijdscategorie. Wij hebben het dan over begin jaren 90.

In de verschillende onderzoeken zijn ook tal van adviezen naar voren gekomen om het geboortekwartaal effect te verkleinen. De eerste is een open deur, maar wel heel belangrijk, bespreek het fenomeen binnen elke vereniging. Breng ook voor je eigen vereniging in kaart hoe de verdeling van geboortedata, per team, er uit ziet. Clubs, trainers, zouden het ook intern, maar ook overstijgend, moeten hebben over welke factoren zij nu belangrijk vinden bij het selecteren van spelers en dan heb ik niet over 'hij kan wel leuk voetballen' of 'dat is een talent, dat zie je zo'. Wat is de te hanteren selectiefilosofie? Verder zou je selectietrainingen anders kunnen organiseren. Je zou een selectietraining voor bijvoorbeeld de O17-1 op kunnen knippen in kleinere groepen, bijvoorbeeld van een half jaar of per kwartaal. Hierbij zou je de kinderen ook op verschillende dagen kunnen laten verschijnen, zodat vergelijken lastig wordt. Je zou dan ook per groep quota kunnen afspreken. Wat betekent dat je uit elke groep een zelfde aantal spelers selecteert. Er zijn nog wel andere voorstellen gedaan. Voorstellen die in het verlengde liggen van de eerder genoemde selectiefilosofie, want waarom kennen wij in Nederland een geboortekwartaaleffect in het voetbal en komt dit niet voor in Brazilië? Waarbij Brazilië toch echt een land is dat objectief de afgelopen decennia, op de grote toernooien echt beter gepresteerd heeft dan ons land. Kennelijk zijn zij daar veel beter in staat om de echte talenten boven te laten komen.

Na de onderzoeken in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw, zijn onze beleidsbepalers, de trainers op het veld, in slaap gevallen en net als in dat sprookje zijn er inmiddels aardig was doornenstruiken gegroeid rondom onze grootste sport. Een sport waar men zelfgenoegzaam door dommelt en af en toe even, in een roes, half wakker wordt en dan verdwaasd om zich heen kijkt. Een sport waar men enorm gewend is om te denken in belemmeringen in plaats van kansen. Een sport ook waar men nog geloofd in sprookjes want tja hoe kan je een argument als: "Iemand die echt talent heeft, komt altijd bovendrijven" anders kunnen noemen?




woensdag 1 maart 2023

Positief coachen niet voor watjes

Ik had net mijn eerste trainerscursus afgerond. Ik heb dat gehele seizoen in een schriftje bijgehouden wat ik zei, bij aanvang van een wedstrijd, in de time-outs, tussen de sets en na afloop van een wedstrijd. Ik schreef verder op hoe er gereageerd werd. Werden spelers boos, reageerde ze teleurgesteld, deden ze echt wat ik vroeg of misschien niet.  Wat duidelijk werd was dat eigenlijk elke speler beter ging spelen na een compliment. Een mega open deur natuurlijk. Opvallend was verder dat sommige spelers echt objectief slechter gingen spelen als ik maar door bleef zagen over de fouten die hij in mijn ogen maakte. Bij hen moest je het soms ook gewoon even niet benoemen dat het niet goed ging. Toch waren er ook spelers die het even nodig hadden om ze, laat ik zeggen, goed aan te spreken op hun gedrag. Wat ook opvallend was dat de kinderen soms echt van de leg waren als ik erg actief tijdens de wedstrijd stond te coachen. Zelfs niets zeggen alleen maar op een op een bordje aanwijzen in welke richting er geserveerd moest worden, was voor een enkeling te veel informatie.

"Je haalt mij dan uit concentratie!" kreeg ik een keer te horen.

Jaren later. Ik zat in de zaal bij een regiotraining van Regio Nieuw Gelre van de Nevobo.
De trainer in de zaal ging, laten we zeggen, behoorlijk te keer. Anderen zouden het enthousiast noemen. Opvallend was dat vanuit dit 'enthousiasme' echt enkele spelers harder gingen werken. Ze werkte zich het snot voor de ogen. Opvallend was ook dat een speler redelijk onthutst de kleedkamer opzocht. Anderen zouden het verdrietig noemen. Na afloop sprak ik de trainer. Voor hem was iedereen gelijk, dus diende je ook iedereen gelijk te behandelen.

Ik loop nu toch al weer wat jaartjes sporthal in sporthal uit, sta ik langs de lijn van menig voetbal veld. Heb ik verschillende dug-outs van binnen en van buiten gezien en als mij een ding is opgevallen, echt niemand is gelijk. Geen mens is hetzelfde. Er is ook geen handboek, omgaan met pubers of hoe kinderen in de basisschoolleeftijd te coachen. De enige rode lijn is wellicht dat iedereen zo op z'n tijd een complimentje nodig heeft. Verder heeft het er alle schijn van dat kinderen niet veel leren als je als coach maar continu de oplossingen aandraagt.

Toen het Positief Coachen voor het eerst in beeld kwam moet ik zeggen dat ik het toch wel een hoog geitenwollen sokken gehalte vond hebben. Ik zag meer in de gedachtegang achter de inzichten van Small en Smith 'Coaches who never lose', werken met doelen waar je wat voor moet doen, maar die haalbaar zijn en onder controle zijn. Inzichten die een uitkomst waren van onderzoek in de NHL, de NBA, in de top van de sport in de VS. Deze inzichten paste ook meer bij mijn eigen ideeën. Ik ben niet zo van lief, leuk en aardig, sport mag ook gewoon hard zijn. Toen ik echter mijn eerste voorstelling van Positief Coachen zag, schrok ik. Ik zag mezelf. Mij, ons, werd een gigantische spiegel voor gehouden. Er werd in de voorstelling een trainer neergezet, die ik herkende. Er werd een vader neergezet die ik kende en dat was niet prettig. Ik dacht en denk goed na over hoe ik trainingen geef, hoe ik coach, over de opvoeding van mijn kinderen. Ik dacht dat nadenken en daar naar handelen goed genoeg was. De spiegel liet zien dat dit niet genoeg was.

Ik blijf nog steeds die trainer, die coach, die vader van zijn sportende kinderen die hoopt dat alles goed gaat, dat ze winnen en ik weet dat je daarvoor gewoon keihard je best voor moet doen, maar het is, net als dat jochie op de voetbalclub laatst over zijn trainer zei:
"Hij denkt verdomme dat wij Manchester City zijn!"

Denk na over wat je doet, houd je zelf regelmatig die spiegel voor, vraag feedback, deel jouw ideeën over training geven, over coaching met andere trainers en coaches. Blijf voortdurend leren, hard werken. Positief Coachen is niet voor watjes, is niet van de geitenwollen sokken, het gaat over het beste uit jezelf en de ander te halen.










dinsdag 28 februari 2023

Ongeleid projectiel

Gisteren bezocht ik een amateur voetbalwedstrijd, een bekerwedstrijd, een kwartfinale bekerwedstrijd. De wedstrijd was al meerdere keren afgelast, vanwege het weer.

De bezoekende ploeg had veel publiek meegenomen. Ik was iets later, maar hoorde van ver al het geschreeuw. De wedstrijd was net 10 minuten op weg, maar het stond al 2-1 voor de thuisploeg. Op het veld gebeurde van alles, maar het geschreeuw kwam van de supporters. De supporters van het bezoekende team waren niet gelukkig met de scheidsrechter en dat lieten ze merken. Ook op het veld liepen de emoties hoog op. De spelers van de uitploeg waren meer bezig met de scheidsrechter dan met het eigen spel. Hoewel de tegenstander een klasse hoger speelde keken ze dan ook snel tegen een achterstand aan en zelfs nadat zij de gelijkmaker binnen tikte, bleef het gemekker maar doorgaan. De scheidsrechter trok een aantal keren een gele kaart en ook een tweede doelpunt voor de thuisploeg was niet verbazend. Ondertussen op de tribune raakte supporters van de uitploeg in een ruzie met supporters van de thuisploeg. Een oude man, vader van een van de spelers van de thuisploeg werd, onheus bejegend. Er ontstond ook wat verbaal geweld tussen de supporters en de bank van de thuisploeg. De uitploeg ging er niet beter van spelen en ook kort voor rust kreeg de thuisploeg een strafschop.

Na rust bleek dat de coach van de uitploeg zijn licht geraakte spelers er uit had gehaald. Ook het supportersfront van de uitploeg bleek scheurtjes te vertonen. Een enkele supporter had het uitvak verlaten en had een plek elders langs de lijn opgezocht.
"Ik schaam mij werkelijk kapot, " vertelde een vader van een van de spelers van de uitploeg.
"Het helpt niet, je schiet er niets mee op!"

De supporters van de thuisploeg hadden na de rust vrij massaal gekozen om ook op de tribune plaats te nemen. De rust leek weer gekeerd. De uitploeg met na rust de nodige wissels, ging ook beter spelen. Minder commentaar op de scheidsrechter, minder geschreeuw vanaf de tribune. De vader had gelijk. Het ongewenste gedrag op het veld, langs de lijn, leidt niet tot betere prestaties. Het enige waar dit toe leidt is een escalatie van de agressie. De spelers op het veld zijn niet meer bezig met de uitvoering, met het voetbal. Wil je als supporters dus dat de spelers op het veld beter gaan spelen, houd je mond, bemoei je er niet mee.

Nu heeft de coach, invloed op de mater waarin zijn spelers gefocused zijn. Spelers hebben ook zelf  invloed hebben op de mate waarin zij gefocused zijn op de uitvoering, op het voetbal. Supporters kunnen hier ook debet aan zijn. Een speler presteert optimaal als hij gefocused is. Een team presteert optimaal als de individuele spelers bezig zijn met hun taak. Wil je dat je ploeg goed speelt, wil je dat ze winnen? Dan moet je als supporter er voor zorgen dat de randvoorwaarden op orde zijn, houd dus, als het spannend wordt, vooral je mond.





dinsdag 21 februari 2023

Coaches die nooit verliezen

Het moet ergens begin jaren 90 zijn geweest. Ik nam deel aan een workshop Coaching, van de Sportacademie Amsterdam. In de klas bekende en minder bekende trainers en coaches, actief in verschillende takken van sport. Het was de eerste keer dat ik hoorde van het fenomeen coaches die nooit verliezen. Ik deelde in de workshop mijn werkwijze, het planmatig werken vanuit een jaarplan, de competitie als sluitstuk van het leren zien en in de wedstrijden dus ook met leerdoelen werken in plaats van resultaatdoelen.

"Jij zou 'Coaches who never lose' moeten lezen, ik denk dat jou dit aanspreekt!" gaf een deelnemer aan.

Hoewel voor mij wedstrijdresultaat niet centraal stond, kon ik in mijn beleving ook verliezen. Dat er coaches zijn die nooit verliezen, ging er bij mij niet in. Coaches die nooit verliezen bleek zijn oorsprong te hebben in de Verenigde Staten. De VS, een land dat ik toch nog altijd zie als het land waar prestaties, waar winnen centraal staat. Uitgebreid wetenschappelijk onderzoek van de Amerikaanse sportwetenschappers Frank Smoll en Ronald Smith (University of Washington, Seattle) onder coaches uit bijvoorbeeld de NBA en de NHL leverde op dat juist die coaches niet bezig zijn met het resultaat, maar juist met het proces, met de uitvoering.  Uit onderzoek naar talentontwikkeling in de sport is gebleken dat talenten meer gericht te zijn op de eigen, individuele vooruitgang, het zelf beter worden, dan met het korte-termijn succes, het winnen van wedstrijden.

Een coach die nooit verliest, is dus een coach die werkt vanuit dat doel van de sporter, namelijk het zelf beter worden dan dat hij gisteren was. Een coach die nooit verliest, is dus een coach die werkt met procesdoelen. Doelen die hij zo formuleert dat ze uitdagend zijn, dat de sporter er iets voor moet doen, maar die ook haalbaar zijn. Een coach die nooit verliest, is dus een coach die de doelen waar hij en zijn sporters meewerken onder eigen controle heeft.



Het ontwikkelingsmodel van de sport, zo is te lezen in 'Coaches die nooit verliezen' heeft een heel belangrijk doel, namelijk het individu te ontwikkelen. Coachen gaat over iemand zelfvertrouwen geven, coachen gaat over iemand uit te dagen grenzen te verleggen. Coachen gaat over het geven van feedback, het schetsen van een nieuwe horizon. Winnen is niet het ultieme doel. Als wij kinderen leren dat het alleen hierover gaat, leren wij kinderen dat fouten maken vreselijk is en alleen daardoor al worden het geen betere sporters. Verliezen is ook niet hetzelfde als falen. Als je soms wedstrijdverslagen leest, artikelen in de media, dan moet je wel tot de conclusie komen dat verliezen dramatisch is. Dit doet afbreuk aan het zelfvertrouwen van spelers en leidt niet tot betere spelers. Succes is ook niet hetzelfde als winnen. Ik kan winnen en toch niet succesvol zijn, simpelweg omdat de tegenstander gewoon nog minder succesvol was. Succes gaat over beter zijn dan dat je gisteren was. Succes is het direct gevolg van het er alles aan gedaan hebben om het beste uit jezelf te halen.

Ik gebruikte als volleybaltrainer jaarplannen, waarbij ik van week tot week de leerdoelen beschreven had. Daarnaast werkte ik met individuele ontwikkelingsplannen, deze waren echt op maat, hiervoor ging aan het begin van het seizoen met ieder kind zitten, vragen wat hij nu wilde leren.  Het maken van een dergelijk jaarplan was in het begin altijd even werk, maar die tijd verdien je in de loop van het seizoen terug omdat je niet steeds behoeft na te denken over wat je nu weer moet gaan doen. Bijkomend voordeel is dat je het trainen los maakt van korte termijn wedstrijdresultaat. Ontwikkeling en spelplezier staat centraal. Een dergelijke werkwijze kan je ook inpassen binnen de vereniging. Elk team een jaarplan en bij de scouting en spelersvolgsysteem worden op basis van de eindtermen de teams samengesteld. Waar ik als trainer ophoud, gaat een volgende trainer verder.

maandag 20 februari 2023

Als resultaten tellen

In een meer dan lezenswaardig artikel ging Michiel de Hoog in op een van de spannendste experimenten in de geschiedenis van het voetbal. In Denemarken wil de Deense voetbalbond, samen met de Deense profclubs en amateurverenigingen, gezamenlijk proberen het  geboortekwartaaleffect te verslaan. Mocht dat lukken dan is dat echt bijzonder.

Al in de jaren 70 van de vorige eeuw bleek uit onderzoek dat het geboortekwartaaleffect voorkwam in het Nederlandse onderwijs. Er bleken, in het speciaal onderwijs, veel kinderen geboren te zijn in de laatste drie maanden voor de peildatum. Zouden de kinderen, geboren in de maanden juli, augustus en september dan gewoon dommer zijn dan de overige kinderen? Hiervoor bleek geen bewijs. Sterker nog, dit fenomeen bleek ook in Engeland voor te komen. Alleen bleken de 'domme kinderen' daar geboren in de maanden juni, juli en augustus. In Engeland bleken het juist de kinderen geboren in september die erg goed scoorde. Dit in tegenstelling tot de Nederlandse situatie waar het juist die kinderen bleken te zijn met de grootste problemen. Voor iemand die goed tussen de regels door kan lezen, de peildatum in Engeland lag één maand eerder, namelijk op 1 september. Ook in de sport bleek er sprake van een geboortekwartaaleffect.

In de NHL bleek er sprake van een geboortekwartaaleffect. In Nederland bleek dat bij Ajax  toch wel heel veel kinderen geboren in de eerste drie maanden van het jaar. Ook in het volleybal bleek dit het geval. Hier speelde nog wel een anders,  het verschil tussen de nationale en de internationale peildatum. Waar de nationale peildatum lag op 1 oktober, lag de peildatum internationaal op 1 januari. Lees hierover het artikel van Daan Krijnen!

Oneerlijke concurrentie

Het geboortekwartaaleffect is eigenlijk, kort door de bocht, een vorm van oneerlijke concurrentie. Kinderen geboren in de eerste drie maanden van het jaar zijn over het algemeen fysiek sterker en geestelijk rijper. Zij lijken daardoor talentvoller. Hoe groter de spreiding, bij kinderen in de groei, hoe groter het onderscheid. Waar het effect in het onderwijs al naar voren kwam, is het vrij helder dat in de sport, waar gewerkt wordt met tweejaargroepen, het effect nog groter is. Want zelfs tweede jaars, geboren in de laatste maanden van het jaar behoren ook dan, vaak niet tot de oudste van de leeftijdscategorie.



Een ander bijkomend probleem realiseerde ik mij nu zo'n 6 jaar geleden. Ik zat voor een 10 minuten gesprek bij de leerkracht van groep 8. Het rekenen van mijn zoon was het onderwerp van gesprek. Waar ik vroeg hoe het ging met mijn zoon, begon de leerkracht mij uit te leggen hoe hij rekenles gaf aan de klas, hoe het met de klas ging. Op het moment dat ik aangaf dat ik slechts 10 minuten had gekregen en niet de vader was van een hele klas, moest de leerkracht even schakelen. Dit herkent natuurlijk iedere trainer. Trainers denken in groepen, niet individuen. Welke teamsporttrainer werkt met individuele ontwikkelplannen? Zelfs het aantal voetbaltrainers dat werkt vanuit vooraf omschreven jaarplannen is laag, laat staan dat dit nader uitgewerkt is naar individuele ontwikkelingsplannen. Trainers denken, net als die leerkracht in grootst gemene delers. Zij gaan net als die leerkracht voorbij aan het feit dat ontwikkeling vooral individueel is. Trainers binnen teamsporten doen er alles aan om van een groep individuen een team te maken, terwijl wij weten, tenminste dat hoop ik, dat de uitdaging van iedere trainer binnen een teamsport is ontwikkeling vooral individueel te benaderen. Waarom anders zouden veel teamsporters die stoppen met hun sport, stoppen met sport en gaan sporters die aan een meer individuele sport doen, na het stoppen met hun sport, veelal een andere sport doen?
Het valt dus ook niet mee om dit probleem op te lossen. Wij hebben 'willen winnen' in onze genen en dat moet er al heel, heel jong, in gepompt worden. Daarbij is het heel moeilijk om voorbij onze horizon te kijken. Het is enorm moeilijk om je als trainer te realiseren dat je ook maar een passant bent. Tot slot is het heel lastig om ontwikkeling individueel te zien. Tel daarbij op dat er nog steeds een vastgeroeste gedachte is dat echte talenten echt wel boven komen drijven en je hebt het recept tot een amper op te lossen probleem.
Het klinkt allemaal fantastisch en ik hoop echt dat de KNVB de BVO's zo ver krijgt dat wij hier vergelijkbare stappen kunnen zetten. Toch ben ik niet optimistisch. Een sport waarvan de vaandeldragers de eigen bond verwijten dat zij het winnen uit het voetbal hebben gesloopt, zal geen maatregelen nemen die er toeleiden dat er wedstrijden worden verloren. Als een willekeurige voetbalvader die zijn zoon succes wil wensen zegt:
"Wel winnen hè!" dan is er nog een wereld te winnen.

Het blijkt niet zo eenvoudig om dit probleem op te lossen. Op de eerste plaats zijn wij niet zo heel goed in om naar de toekomst te kijken. Van een kind dat op 9-10 jarige leeftijd goed is, is het maar helemaal de vraag of dat kind ook zo goed is als hij 19-20 jaar oud is. Hoe jonger een kind gescout wordt hoe moeilijker dat voorspellen natuurlijk is. In de sport kijken trainers vaak niet verder dan, als je geluk hebt een seizoen. Trainers bekijken met welke spelers zij kunnen scoren, kampioen kunnen worden. De trainer van de Jo9-1 is in het geheel niet bezig met de vraag of een speler die hij selecteert op dit moment misschien nog niet echt goed is, maar straks wel in het eerste of misschien nog wel hoger zou kunnen komen. Dat vraagt van elke individuele trainer dat hij beseft dat hij slechts een passant is, onderdeel is van een proces waarbij niet de trainer maar het sportende kind centraal staat.


Denken in groepen

Denemarken

Toch gaat men dat in Denemarken proberen, zo is te lezen in het laatste artikel van Michiel de Hoog. Flemming Berg, hoofd Ontwikkeling van de Deense voetbalbond vindt het niet langer te verkopen dat kinderen het niet redden omdat ze per ongeluk in een verkeerde maand geboren zijn. Waar in ons land, de afgelopen 30 jaar geen maatregelen genomen zijn en wij om de zoveel tijd concluderen dat het wel heel erg is maar wij daarna rustig doorslapen, worden er in Denemarken, door de bond maatregelen genomen. Sinds 1 januari gaan Deense BVO's, maar ook de omringende amateurclubs selectieteams samenstellen die 'geboortemaandneutraal" zijn. Hiervoor is een quota voor afgesproken. Dit komt er op neer dat minimaal de helft van de jongens in al die ploegen afkomstig moet zijn uit de tweede helft van het jaar. Dit is natuurlijk een geweldig experiment, maar los dit het probleem van het geboortekwartaaleffect op? Kunnen trainers, scout überhaupt de korte termijn resultaten loslaten om te komen tot resultaten op de langere termijn. Levert dit op de lange termijn ook betere voetballers op?

Ik moet eerlijk zeggen dat ik eind jaren 90 ook dacht dat het werken met quota een oplossing zou zijn. In een artikel dat ik destijds voor de Volley Techno schreef, onder de titel 'Als je voor een dubbeltje geboren bent' beschreef ik het opdelen van een leeftijdscategorie in vier halfjaar groepen. Trainers zouden dan per half jaar een zelfde aantal spelers moeten selecteren. Deze groepen zouden dan ook op verschillende tijden gezien moeten worden, om vergelijken zoveel mogelijk tegen te gaan. Ik had zelfs het idee dat deze selectietrainingen dan ook niet door de trainers uitgevoerd diende te worden die er dat seizoen daadwerkelijk mee zouden gaan werken. Zoals in het artikel van De Hoog terecht wordt benoemd, zitten hier bijeffecten aan deze werkwijze. Zo kan het gebeuren dat je een speler af laat vallen vanwege het quota en niet omdat hij op de langere termijn niet goed genoeg zou zijn. Omgedraaid zou er ook een speler door kunnen komen, omdat je binnen het quota in dat half jaar nog een speler moet selecteren. Er zit echter, zo lees je in het artikel, een dieper liggende gedachte achter. Doordat BVO's verplicht zijn met die quota te werken, moeten amateurclubs waar gescout wordt, dit ook op deze wijze organiseren.

Wat ik in mijn laatste blog al als idee benoemde, moeten de BVO's in Denemarken de amateurclubs clubs daadwerkelijk gaan ondersteunen, zij moeten helpen met het opleiden van interne scouts. De Hoog noemt dat in zijn artikel een nationaal deltaplan in talentherkenning. De Deense initiatiefnemers benoemen dat het een enorme klus gaat worden. Een van de redenen waarom het een klus gaat worden is dat teams die kiezen voor jongere kinderen vaker zullen verliezen. Houden ze dat vol? Houden ze, zo gaat De Hoog verder, het vertrouwen dat de ze de juiste spelers hebben geselecteerd?

Wat is talent? Waar gaan ze opletten? Dit zal onherroepelijk leiden tot discussie en wellicht tot conflict, maar is dat een probleem? Misschien is dit wel goed, want wat is dus een talent? Waar letten trainers echt op bij het selecteren? Ga hier nu eens juist de discussie over aan! Met het instellen van keiharde quota is men er nog niet in Denemarken. Er zijn in Denemarken meer acties in gang gezet. Lees hiervoor vooral het artikel van Michiel de Hoog: Het geboortemaandeffect verpest het voetbal. Denemarken doet het anders

Hockey Visie

Wij zijn in Nederland niet te spreken over alweer een WK waaraan wij niet deelnemen. Wij zijn niet te spreken over de prestaties van de Nederlandse clubs op Europees niveau, maar kennelijk gaat het nog niet slecht genoeg.

Ik moest even terugdenken aan een artikel dat ik las in het blad HockeyVisie. In het artikel een stappenplan voor de mentale begeleiding van jeugdige sporters. Per leeftijdsfase werden de kenmerken van die fase benoemd, met de daaraan gekoppelde handvatten voor mentale begeleiding. Het stappenplan begint, net als bij de jeugdopleiding van PSV, met de fase FUNdamentals. Het gaat hier, voor de jongens, om fase van 6-9 jarigen. Meisjes zijn iets eerder klaar. Het stappenplan sluit af met de fase "Training to compete". Dit is fase waarin de competitie, het winnen, geleerd moet worden, belangrijk wordt. Voor jongens heeft met het dan over de leeftijd 16 tot en met 19 jaar. Ook hier zijn de meisjes weer iets eerder klaar. Waarom toch zou de fase "Training to compete" zó laat in naar voren komen in dit stappenplan?

Als resultaten tellen ...

zondag 19 februari 2023

De bank is mijn redding

Vroeger zei ik vaak tegen mijn wisselspelers, dat zij mijn beste spelers waren. Want als je wel beschouwd, wanneer zet je veelal een wisselspeler in? Als het minder goed loopt met je team. Wat verwacht je dan eigenlijk van deze wisselspeler? Dat hij het tij weet te keren. Dat hij het beter doet dan de speler die je oorspronkelijk in de basis had gezet. Nu is dat natuurlijk een dooddoener eerste klas, want welke coach zet nu werkelijk zijn echt beste spelers op de bank, behalve dan wellicht tegen een onthutsend zwakke tegenstander. Ook van Bronkhorst startte vanmiddag gewoon met zijn beste 11 spelers. Never change a winning team, maar waarom zou je niet terug willen vallen om een geweldige topper op de bank. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Feyenoord natuurlijk Kuyt op de bank had, maar die zit ook niet voor niets op de bank.

Hoe win je nu een wedstrijd en welk wisselbeleid past daarbij. Ik ging vroeger uit van het principe dat iedereen, over een heel seizoen, evenveel speelde. Volleyballen leer je door het te doen, niet op de bank. Dat betekende niet dat Iedereen ook in elke wedstrijd evenveel speelde. Het kon zelfs gebeuren dat iemand uiteindelijk niet speelde. Ik paste mijn basisteam aan, aan mijn tegenstanders. Als wij tegen een minder goede tegenstander speelde, dan startte ik met een andere basis, dan tegen de nummer 1. Behalve het winnen van de wedstrijd zijn er natuurlijk legio andere redenen te bedenken die bepalen wat jouw wisselbeleid is. Je zou er ook voor kunnen kiezen om jongere spelers in te passen. Die kan je, bewust in zetten tegen juist de sterkere tegenstanders. Je kan ze ook en ook net zo bewust inzetten tegen minder goede tegenstanders.

Welk wisselbeleid je ook toepast, leg uit wat je doet. Waarom staat iemand in de wissel, waarom haal je iemand er uit of zet je iemand er in. Leg uit wat je doet. Coachen is communiceren, met je basisspelers, maar óók met je wisselspelers.







vrijdag 17 februari 2023

De 10.000 uren norm

Ergens in de vorige eeuw schreef Marcel Luycks, in het blad Coachen een artikel over talentontwikkeling, met als titel 'Wat goed is, komt niet snel'. 'Van de 100 talenten haalt maar tien procent de top', zo begon het verhaal. Lang gingen sportbonden uit van het adagium 'Wat goed is komt snel'. Omdat wat goed is, ook snel komt, richten BVO's zich heden ten dagen ook op steeds jongere kinderen. Je zou maar eens achter het net vissen.

Ik schreef al dat uit recent onderzoek bleek dat slechts een beperkt percentage van de medaillewinnaars bij de Olympisch spelen, óók als kind al talentvol was. Veel kinderen van deze kinderen hadden tijdens hun jeugd ook meerdere sporten beoefend, voordat ze, op latere leeftijd, uitblonken in één sport. Uit Australisch onderzoek bleek dat onder 256 Olympische topsporters slechts 7% als kind ook uitblonk. Maar liefst 84% blonk als kind niet uit, was nooit gescout en had zelden of nooit in het eerste team van een vereniging gespeeld. Kortom, het is onjuist te stellen dat kinderen op jonge leeftijd scouten op de langere termijn de beste spelers aan de top brengt.

In een uitzending van Netwerk eind vorig jaar, over het steeds jonger scouten door betaald voetbal organisaties (BVO's) benoemde een scout van Ajax een argument. Hij gaf aan dat als zij het niet doen, iemand anders het wel doet. Dit is natuurlijk even eerlijk, als schokkend. Want waar is het kind in het hele verhaal?

Geboortekwartaaleffect

In de jaren 90 van de vorige eeuw bleek uit, alweer onderzoek, dat in de gehele opleiding bij Ajax sprake was van een geboortekwartaaleffect. Het grootste deel van de talenten bij deze gerenommeerde opleiding, bleek geboren in de eerste drie maanden na de peildatum. Bijna 30 jaar later bleek dat er niet veel veranderd was en dat dit effect niet alleen bij Ajax voorkwam maar ook bij andere BVO's. De afgelopen drie decennia zijn er dus kinderen afgevallen, misschien wel afgehaakt, alleen omdat ze in een verkeerde maand waren geboren en om die reden niet direct opvielen. Deze kinderen waren fysiek minder dan hun oudere groepsgenoten, waren cognitief minder dan hun oudere groepsgenoten. Als je jaar in jaar uit te horen krijgt dat je net niet goed genoeg bent, dan ga je het op den duur geloven.

Laten wij dit nu eens omdraaien. Kinderen die ondanks al die faalervaring door zijn blijven gaan het voetballen, hebben, denk ik, eelt op hun ziel. Zij stoppen niet na tegenslag. Zij hebben geleerd dat er ook een andere weg is. Zij weten wat doorzetten is.

10.000 uur

Nu is trainen natuurlijk een van de belangrijkste factoren in talentontwikkeling. Het spreek voor zich dat een sporter veel en intensief moet trainen om de sportprestaties te verbeteren, om de top in zijn of haar sport te bereiken. In de sport is de norm van tenminste 10.000 uur trainen vrij gangbaar. In een artikel uit de Sportgericht, nr. 1 uit 2012 zet Van Rossum weliswaar vragen bij die norm, maar het spreekt voor zich dat iemand die veel trainingsuren maakt uiteindelijk op een hoger niveau zal kunnen acteren dan iemand die beduidend minder trainingsuren maakt. Natuurlijk gaat het er ook om wat er getraind wordt en ook periodisering, en ook het inbouwen van rustmomenten zijn belangrijk. Wat kunnen wij hier, los van de kanttekeningen, nu van leren?

Een kind dat op jonge leeftijd afvalt, omdat hij niet goed genoeg bevonden wordt, gaat veelal ook minder trainingsuren maken, met veelal ook een minder goed opgeleide trainer. Kinderen die dit jaar in jaar uit meemaken, gaan dus over de langere termijn minder trainingsuren maken, met minder goede trainers en zullen dus aan het eind dus ook objectief minder goed zijn. Voor het gemak toch maar even uitgaan van die 10000 uur, daar komt zo'n kind, geboren in oktober, november of december, op die manier natuurlijk moeilijk aan.

Desalniettemin worden kinderen tegenwoordig steeds jonger gescout door clubs die toch al te maken hebben met een oververtegenwoordiging van kinderen geboren in die eerste drie maanden van het jaar. Tel daarbij op dat ook bij amateurclubs sprake is van dit zelfde effect dan kom je er op uit dat van die kinderen die toch al in het voordeel zijn doordat ze gunstig geboren zijn, een selectiegroepje overblijft dat nog gunstiger naar voren komt. Waar een piramide baadt heeft bij een brede basis, zijn wij al bij de bouw van die piramide bezig om die basis de reduceren tot een smal puntje.

IJsland

Waarom toch is een land als IJsland, terwijl het aantal voetballers daar echt een stuk kleiner is dan in ons land, de laatste jaren zo ontzettend goed? Michiel de Hoog komt hier nog op terug, in een vast zeer lezenswaardig artikel, maar een conclusie kon hij al wel trekken:

"Maar duidelijk is dat ze minder selecteren en iedereen, ongeacht niveau, dezelfde trainingsmogelijkheden geven."

Met deze wijsheid zou het wellicht verstandig zijn als verenigingen af zouden stappen van het werken met selecties? Wellicht zouden kinderen gewoon bij vriendjes ingedeeld moeten blijven? Wellicht zouden clubs die teams evenveel traininguren en trainingsmogelijkheden moeten geven?

Dan terug naar die BVO's.  BVO's sluiten contracten met amateurverenigingen, met als doel dat ene pareltje binnenboord te halen, want zoals die Ajax scout al benoemde, anders doet iemand anders dit. Als amateurverenigingen er nu zorg voordragen dat iedereen evenredig veel trainingsuren kan maken. Zij dragen er dan natuurlijk tevens zorg voor dat op al die groepen capabele, goed opgeleide trainers staan. Bij met name dit aspect dienen zij ondersteund te worden door die BVO's. Laten BVO zich ontplooien als kennisinstituten, laat trainers en amateurclubs daar optimaal van profiteren. Dan kunnen veel kinderen goed opgeleid worden, maken meer kinderen, meer trainingsuren en worden zij getraind door betere trainers.



Curlingkinderen

Enige tijd geleden was plots de term curling ouders trending in social media. Ouders die hun kind proberen tegen alle tegenwind te beschermen. Teleurstellingen moeten voor de kinderen van deze ouders maximaal worden voorkomen. Ik durfde daar de term curling trainers wel tegenover te plaatsen. Ook trainers hebben recht op teleurstellingen. Trainers gaan over het algemeen voor het kortetermijnresultaat, selecteren op basis van dit korte termijn, resultaat gerichte denken, hun spelers en proberen daarmee een kampioenschap binnen te slepen. Ook bij kinderen op hele jonge leeftijd gaat het voor al die curling trainers, maar om een ding, om winnen. Sterker, een trainer die iets anders beweerd is een watje. Kinderen moeten winnen in hun bloed hebben, moeten weten wat het is om 12e van de 12 te staan, moeten al heel jong weten wat het is om dik te verliezen. Daarmee kweek je karakters, aldus die nieuwe trainer van Ajax. Wie ben ik dan om dat tegen te spreken?

Nadat juist bij zijn huidige club, midden jaren 90 van de vorige eeuw, werd ontdekt dat het grootste deel van de spelers in de jeugdopleiding, tot en met het eerste elftal geboren bleek in de maanden januari, februari en maart, was men verrast. Men schrok zich dood. Was het nu zo dat een kind geboren in de maanden oktober, november en december echt niet kon voetballen? Dat kon toch niet waar zijn? Dit bleek ook niet waar. Het had alles te maken met die curling trainer. Het moest anders, het moest beter. Decennia later, een eeuw verder. Wij leven inmiddels in het jaar 2018. Wat blijkt? Uit onderzoek bij PSV blijkt dat het grootste deel van de spelers in de jeugdopleiding geboren is in de maanden januari, februari en maart. Men was verrast. Men schrok zich dood. De schuld lag bij de scouts, want die scouten alleen kinderen geboren in de maanden januari, februari en maart. Hoe komt dat toch? Er moest iets mee gedaan worden.

Wij hebben het over de patatgeneratie, ik verzin het niet. Kinderen die geen strobreedte in de weg gelegd wordt, die bij het minste geringste afhaken. Dat zijn de karakters waar de voetbalclubs, de scouts, de oorlog mee willen winnen. Curling kinderen, uitzonderingen daargelaten, die op 6 - 7-jarige leeftijd al als toptalent worden bestempeld. Van wie de ouders geloven dat ze goud in hebben.

Tot zover geschiedenis. Als wij dit nu eens omdenken. Als wij nu eens gaan kijken naar jeugdigen die ondanks al die tegenwind door zijn gegaan met voetballen. Kinderen die zo vaak te horen hebben gekregen dat het weliswaar leuk was, dat ze best wel ergens wat konden, maar dat het toch net niet goed genoeg was. Dat zijn kinderen met eelt op de ziel. Dat zijn kinderen die je niet snel gek maakt. Dat zijn kinderen die om kunnen gaan met teleurstellingen. Kinderen die week in week uit mee mochten met het 1e elftal, maar nooit speelde. Dat zijn de kinderen die het nog een eer vonden om mee te mogen, die maar bleven hopen en die hoop nooit opgaven, die blij waren met werkelijk elke minuut dat ze wel in mochten vallen. Dat zijn die kinderen, geboren in de maanden oktober, november en december van wie de ouders zeiden "Geen gezeik, het komt vast wel eens en zo niet, als het maar leuk is, toch?" Misschien zijn dit die laatbloeiers, een term tegen tegenwoordig nogal in is, als eens soort tegengeluid richting dat probleem dat kennelijk door scouts wordt veroorzaakt. Misschien voor al die scouts, zouden zij zich eens moeten richten om die groep 17,18,19-jarigen, geboren in oktober, november en december. De Jaap Stams zeg maar. Jongens die boven hun leeftijd categorie actief zijn, die ergens wel iets kunnen, maar die nooit echt in beeld zijn geweest omdat ze een windkracht 12 tegen hadden.

  



zaterdag 11 februari 2023

1 euro per doelpunt


"Vijftig cent als je scoort!"
"Aaahhh, vijftig cent, Opa?"
"Nou goed, 1 euro dan, maar dan moet je wel tenminste 1x scoren in de eerste helft!"
"Dat gaat lukken Opa! Let maar eens op!!!"

"Thij was de topscoorder van ons team. Een bal in de 16 op Thij was eigenlijk altijd raak. Hij wist dat hij goed was. Hij eiste de bal ook vaak op. Hij riep dan hard over het veld dan wij de bal maar naar hem moesten schieten en dat gebeurde dan ook. Met Thij in de ploeg, wonnen wij wedstrijden. Thij z'n ouders waren enorm trots op hun zoon. Hij werd ook gevolgd door Vitesse en het zou, volgens zijn vader, niet lang duren eer hij daar zou voetballen. Wij noemde hem ook, als grap, Messie II."


Thij verdiende ook met het spelen van voetbalwedstrijden. Zijn opa betaalde hem voor elk doelpunt wat hij maakte. Hoe meer doelpunten Thij maakte, hoe meer hij verdiende.

"Het was nu niet zo dat Thij al onze doelpunten maakte. Het was nu ook weer niet zo dat Thij niet miste of zijn actie gestopt werd door de keeper. Het was soms wel irritant. Lever je de bal in bij Thij, omdat hij zo nodig wil scoren, verpruts hij zijn kans. Het kwam ook vaak voor dat hij voor eigen succes ging, in een poging om weer 1 euro te verdienen. Wij vonden daar allemaal wel wat van, maar ja zolang Thij scoorde klaagde niemand."

"Met Thij als topscoorder promoveerde wij van de 1e klasse naar de Hoofdklasse. Dat was een niveautje anders. De tegenstanders waren sterker. De verdedigers waren sterker en als je er al één keer langs kwam, werd je de volgende keer toch echter onder de grasmat getrapt. Thij scoorde ook veel minder. Hij verdiende ook minder. Het was nu ook vaak Thij die er na afloop niks meer aan vond. Het was altijd onze schuld en dat was niet leuk! Er was ook vaker ruzie."

Thij maakte dat seizoen niet af. Nog voor de winterstop speelde hij zijn laatste competitiewedstrijd. Jammer voor het team, want hij was toch ooit een veel scorende spits. Jammer ook voor Thij, want voetballen was alles voor hem. De poster van het Nederlands elftal boven zijn bed. Daar zou hij ook spelen. Nu is alles anders. Is voetballen niet leuk meer.

Intrinsieke motivatie

Kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd voor spel. Spelen is ongedwongen, kinderen bepalen de regels. Als kinderen later lid worden van de club komen er andere motivaties om de hoek kijken. Plots is er een trainer die de regels bepaald, is er een club die min of meer verwacht dat het team wel kampioen zal worden. Dit zijn motivatie die niet van binnen komen maar die door de buitenwacht, laten we zeggen opgelegd worden. Dit nu is wat wij extrinsieke motivatie noemen. Een dergelijk motivatie werkt zolang het behalen van de doelen die daaraan gekoppeld zijn ook behaald worden. Als winnen van de wedstrijd de drijfveer wordt dan is dat leuk zolang je blijft winnen. Lukt dat winnen niet meer zo makkelijk dan is het plezier in de sport ook snel over. De intrinsieke motivatie voor spel is vervangen door de extrinsieke motivatie voor winnen. Nu kan je winnen van de ander, wat lastig te organiseren is. De ander wil dat namelijk ook graag. Je kan ook winnen van jezelf. Je blijft dan bij jezelf. Dit heb je ook beter onder controle.  Je blijft dat intrinsiek gemotiveerd.

Uit onderzoek van VanRossum naar drop-outs binnen de sport bleek dat teamsporters die stoppen met sport helemaal stoppen met sport. Sporters binnen individuele sporten gaan vaak een andere sport doen, als zij stoppen met hun eigen sport. Wellicht dat individuele sporters meer gewend zijn om te denken in PR's, in het winnen van jezelf?

Thij

Thij vond voetbal fantastisch. Als hij maar even tijd had ging hij een balletje trappen. Zolang Thij doelpunten maakte bleef voetbal leuk. De intrinsieke motivatie voor het voetbal was echter vervangen door de extrinsieke motivatie om geld te verdienen. Dit werkte zolang Thij bleef scoren. Zodra dit moeilijker werd, werd ook voetbal minder leuk. Uiteindelijk gooide Thij zijn klossen in de afvalcontainer.

vrijdag 10 februari 2023

Als je voor een dubbeltje geboren bent

Sommige mensen hebben echt pech, steeds maar weer kunnen ze net niet mee komen in de klas. Ook in de sport kom je ze tegen, steeds maar weer vallen ze af bij de selectie training.

"Jij bent net niet goed genoeg."  Iets wat deze mensen soms iets te vaak hebben gehoord.
Als je voor een dubbeltje geboren bent, dan wordt je nooit een kwartje, zegt men wel.
Dat klinkt wellicht vreemd, maar vaak is dat waar. Je geboortedatum is wel degelijk bepalend voor iemand schoolcarrière, maar ook voor de vraag of iemand het gaat maken in de sport. Is dit nu iets met horoscopen? Nee, wat je hier ziet is eigenlijk een schoon voorbeeld van oneerlijke concurrentie.





Het zou de moeite waard zijn als de verenigingen eens zouden bekijken wat nu bij het selecteren van spelers werkelijk van doorslaggevend belang is. Het zou ook de moeite waard zijn om de teams binnen de vereniging eens op geboortemaand door te lichten.

Eind vorig seizoen publiceerde Barcelona de leeftijdsverdeling van haar jeugdspelers. Van de 250 jeugdspelers bij Barça is 40% geboren in de maanden januari, februari en maart. Daar tegenover staat dat slechts 5% geboren is in de maanden oktober en november en geen een jeugdspeler geboren is in december. Dit is nu wat men het relatieve leeftijdseffect, ook wel geboortekwartaaleffect noemt.

Telkens wanneer een (jaar) groep wordt uitgedaagd tot een presentatie, waartoe elk van de leden in staat wordt geacht, zie je dat de net iets oudere leden van die groep over het algemeen tot betere resultaten komen dan de jongere. Dit zie je in het onderwijs, dit zie je ook in de sport. Let wel, in de sport werken wij over het algemeen met twee jaars groepen. Het verschil tussen de oudste en de jongste in zo'n twee jaarsgroep kan dus twee jaar zijn.

Begin '83 bezocht de Canadese Paula Barnsley een ijshockeywedstrijd. Waarschijnlijk minder geïnteresseerd in de wedstrijd, nam ze wat meer tijd dan gewoon voor het lezen van het programmaboekje. Het viel haar op dat bij beide teams de meeste spelers geboren waren in de de eerste vier maanden van het jaar, januari, februari, maart en april.

Nieuwsgierig geworden wist zij te achterhalen hoe dit zat voor de gehele NHL, het hoogste competitieniveau. Het bleek dat bij alle teams uit de NHL een duidelijke oververtegenwoordiging was van sporters geboren in het eerste kwartaal. Als je dan weet dat in het ijshockey de peildatum 1 januari is, dan zijn het dus de oudere spelers die geselecteerd bleken te zijn. Daar tegenover stond het geringe aantal spelers dat geboren was in de laatste drie maanden van het jaar. Je kan dus wel degelijk ongelukkig geboren zijn. Bij het WK voetbal voor spelers jonger dan 20 (1992) werd een andere peildatum gebruikt en tijdens dit WK zag je dat er een oververtegenwoordiging was van spelers geboren in de maanden augustus, september en oktober. Nu blijkt uit onderzoek dat je niet kan stellen dat iedereen geboren in de eerste drie maanden na de in de sport vastgestelde peildatum in het voordeel is. Of omgedraaid, iedereen geboren in de laatste drie maanden gewoon pech heeft. Zo is het geboortekwartaaleffect op het hoogste niveau van het Nederlandse voetbal wel vastgesteld, maar op het hoogste niveau van het Braziliaanse voetbal bijvoorbeeld niet. Het voetbal in dit land wordt gekenmerkt door passie, onvoorspelbaarheid en individuele technische klasse. Het kan ook zo zijn dat de visie op een sport in de loop der tijd veranderd, waardoor het geboortekwartaalefect verdwijnt of soms ook weer naar voren komt. Bij het beoordelen van dit fenomeen moet dus niet alleen gekeken worden naar de tak van sport, maar binnen de tak van sport ook naar de manier waarop de sport in een land benaderd wordt. Hoe kijken wij naar onze sport? Wat is belangrijk en wat zou dat betekenen voor de manier waarop wij naar selecteren aan moeten kijken?

zaterdag 30 januari 2021

Avondklok

Al ruim een jaar zuchten wij onder een juk van Coronamaatregelen. Maatregelen als gevolg van een pandemie die zijn weerga niet kent. De vergelijkingen met de zwarte dood worden gemaakt, maar of die vergelijking helemaal opgaat is de vraag. Dichterbij is de vergelijking met de Spaanse griep, de Mexicaanse griep én Sars en Mers misschien beter te maken? 

Het kan aan de geschiedsschrijving liggen maar ik heb het gevoel dat infectieziektes elkaar in raptrempo opvolgen. Want voor het gemak vergat ik HIV en Ebola. Corona, of  te wel Covid19, heeft voor mij al veel impact gehad. Zo raakte ik als gevolg van Covid19 mijn baan kwijt. Door Corona hebben wij onze oudste zoon nu al ruim een jaar niet even kunnen knuffelen en vind ons contact uitsluitend online plaats. Het is overigens bijzonder om te merken hoe creatief je daarmee wordt. Zo ging ons Kerstdiner online. De laptop aan het hoofdeind van de tafel. Zo was hij er toch bij. 

Het virus kwam dichtbij, het schoonzusje van mijn broer kwam op de IC terecht. Veel collega's werden ziek en sommige zijn al maanden ziek. Naast dat ze nog steeds geen conditie hebben, geen trap kunnen lopen, hebben velen ook concentratieproblemen en geheugen problemen. Ik weet niet hoe het met u zit, maar dat soort klachten link ik niet direct aan een normaal griepje. Tot zover de feiten. Al zullen er op dit moment al mensen zijn die alles wat hierboven staat in twijfel trekken. 

Op dit moment worden, in ieder geval in een deel van de wereld, mensen tegen het virus gevaccineerd. Waar de productie van een vaccin soms jaren duurt, zijn er inmiddels verschillende vaccins beschikbaar. In verschillende landen is er, in een rap tempo, gewerkt aan de productie van een vaccin. Sommige landen zijn ook al vrij ver in het vaccineren van de bevolking, waarbij ik vermoed dat men in Israel, met militaire precisie het verst gevorderd is. Je zou je af kunnen vragen waarom het allemaal zo snel klaar is, of daar niet iets mis mee is. Waarom toch Bill Gates zo enorm veel geld steekt in die vaccins. Het zal je niet verbazen, dat doen mensen dan ook. Het idee dat in het vaccin een chip geimplanteerd wordt is in sommige groepen ook gewoon normaal gedachtengoed.  Ook de lockdown leidt tot achterdocht. De overheid will haar burgers breken. Het zelfstandig nadenken wordt stukje bij beetje ontmoedigd en op het eind volledig gebroken. De avondklok roept voor velen herinneringen op aan de Tweede Wereldoorlog. Nu loop ik tegen de 60 maar die oorlog is van ver voor mijn tijd. Zelfs onze publieke omroep noemde de avondklok vrij standaard Sperrtijd, om de link met de oorlog nog maar eens te leggen. Voor de mensen die al hun bedenkingen hadden, was de avondklok de druppel, de laatste fase in het breken van de mensheid. Daar moest tegen in verzet gekomen worden. Gevestigde politieke partijen als de PVV en FVD deden dit zelfs openlijk. Een gemeenteraadslid van de PVV op Urk riep openlijk op tot een opstand, waarna overigens zijn grote roerganger, nadat alles uit de klauwen was gelopen opriep het legen in te zetten tegen de opstandelingen. Na drie dagen van rellen poste FvD, let even op die laatste D, openlijk op om nog even vol te houden. De führer van deze fractie hield in de kamer daarna wijzelijk zijn mond. Sinds Trump wordt politiek op social media uitgevochten. Het maakt daarbij niet meer uit of het ethisch verantwoord is of dat waar is of niet. Je achterban geloofd het toch wel. De kracht van de herhaling. Als je informatie maar vaak genoeg deelt wordt het op enig moment voor waar aangenomen. 

Demonstreren, is een grondrecht. Iedereen mag aangeven als hij of zij ergens niet mee eens is. Er staat echter nergens dat een demonstratie aan bepaalde eisen moeten voldoen. Het is bij wet niet geregeld dat een demonstratie tegen overheidsbeleid altijd dient plaats te vinden op het Malieveld. Er is dan ook geen sprake van de inperking van de vrijheid van meningsuiting als een demonstratie op een bepaaalde plek op een bepaald moment, niet zo mogen plaatsvinden. Wat er ook gebeurd, waar je ook tegen wil demonstreren, de veiligheid en gezond van al die anderen die het weer  niet met jou eens zijn, zijn belangrijker. Wat je ook ergens van vindt, je bent niet alleen op deze wereld. Zo wordt ook het oproepen van het drinken van een kopje koffie, hoe onschuldig dit ook klinkt, een demonstratie van behoorlijke omvang waarbij de deelnemers zich niet hielden aan de veiligheidseisen, want tja daar demonstreerde ze juist tegen. Dat onschuldoge koffie drinken was niet zo onschuldig. De vrijheid waar deze mensen zo hard om riepen ging volledig in tegen de vrijheid van het overige deel van de samenleving. Vrijheid is niet onbeperkt en persoonlijk. Jouw vrijheid staat in relatie tot de vrijheid van de ander. Vrijheid betekent ook dat je rekening houdt met de vrijheid van de ander. Als de veiligheid en de gezondheid van de ander in het geding is, als gevolg van jouw gedrag, ben je ver over de grens gegaan. 



woensdag 15 mei 2019

Fakenews

De actie van dierenactivisten in Boxtel liet de gemoederen hoog oplopen. De een vond het een volstrekt legitieme actie, want er was van alles mis in de veeteelt. De ander vond het allemaal linkse gekkies die zich vreselijk hadden misdragen. In de slipstream van de aanname dat dierenactivisme een linkse hobby is, waren ook rechters zouden behoren tot de linkerkant van de samenleving.
Op mijn vraag of dierenactivisme echt een linkse hobby, of niemand van Dion Graus gehoord had, kreeg ik te horen dat die een eenling was, een uitzondering. Ook Brigitte Bardot, voormalig actrice, dierenactiviste en fanatiek aanhanger van het Front National was echt een uitzondering en Jort Kelder? Nog nooit van gehoord. Een artikel uit het NRC waarin te lezen was dat het dierenactivisme steeds meer een rechtse hobby was, werd niet serieus genomen. Mijn gesprekspartner las immers, uit principe geen NRC. Hierin alleen fakenews. Mijn gesprekspartner las de Telegraaf, de krant van Wakker Nederland.

Aan de andere kant mensen die de activiteiten van Meat the Victim wel begrepen en het slechts een geweldloze actie vonden voor het goede doel. Dat wij Inspecties hebben in ons land om wantoestanden op te sporen en te vervolgen, dat ging er niet in. Rapporten van deze instanties werden niet geloofd. Hierin alleen maar Fakenews. Een rapport uit 2013 waarin dierenwelzijnsorganisaties Varkens in Nood en Dier & recht beschrijven dat veehouders zich minstens 2,7 miljard keer niet aan wettelijke regels voor de zorg aan dieren hebben gehouden ging er in als Ketellapper.

De dierenactivisten speelde voor eigen rechter, maar ook de sympathisanten die de boer kwamen steunen, speelde voor eigen rechter. Bij beide partijen een grenzeloos gebrek aan vertrouwen dat de instanties die hier voor zijn, het goed op zouden kunnen lossen.

De tijd dat je geloofde wat er in de krant stond, dat het journaal een kwaliteitsmedium was, ligt ver achter ons. Wat iedere willekeurige burger op het wereldwijde web dropt wordt geliket, wordt neut zelden voor waar aangenomen. Ik doe daar ook aan mee. Een like op een blog is fantastisch, een reactie is nog veel mooier. Je moet zoveel mogelijk vrienden en likes hebben, anders tel je niet mee. Mensen met heel veel vrienden, de influencers, kunnen zeggen, schrijven wat hen goeddunkt. Mensen hebben een dagtaak met het bevestigen, dan wel het ontkrachten van de mening van de ander. De nuance is volledig zoek.Er lopen door onze samenleving meerdere scheidslijnen waarbij mensen diametraal tegenover elkaar staan. De oude tegenstelling tussen links en rechts, met daar tussen een centrum is verdwenen. Het zoeken van compromissen wordt steeds lastiger. De wijze waarop de Brexit al struikelend door het Britse parlement liep, is daar een voorbeeld van.

Wij hebben allerlei problemen op te lossen. Of het nu plaatselijke problemen zijn, landelijke problemen of het gaat over mondiale problemen, het staat in geen verhouding met de tegenstellingen in ons samenleving en het onvermogen om daar samen uit te komen.


Related image

maandag 19 februari 2018

In een extraverte wereld

"Jouw heb ik nog niet gehoord, zei een collega in een werkoverleg laatst tegen mij."
Het klopte, tot dat moment had ik nog niets gezegd. Dat wil niet zeggen dat ik geen mening heb, niet over de zaken nagedacht had. Ik denk veel na, er gebeurd veel in mijn hoofd, maar ik sta niet te popelen om daar ook altijd direct mee naar buiten te treden. Ik sta echter niet graag in het middelpunt van de belangstelling. Ik vind één op één contact binnen een groep prettiger dan binnen een hele groep, zeker als ik velen niet ken. Ik ben introvert , ik twijfel, ik ben voorzichtig en dat wordt niet altijd geaccepteerd in een maatschappij die ingericht is op zelfverzekerde, extraverte mensen. Toch ben ik niet alleen, ik heb een uitgebreide vriendenkring. Ik ben een netwerkwerker, met een wereldwijd netwerk maar op momenten vind ik het prettig om alleen te zijn om na te denken. Ik druk mij ook beter uit in geschreven taal dan mondeling.

Ik ben altijd een stille, serieuze, jongen geweest. Een familielid noemde mij ooit de filosoof van de familie omdat altijd zo diep nadacht over dingen waar een kind van mijn leeftijd niet normaal gesproken niet over nadenkt. Toch was een spreekbeurt zo'n beetje het eerste dat ik moest doen. Een mondeling Nederlands ging vroeger nog over de inhoudt. Tegenwoordig krijg je punten aftrek omdat je, van al de spanning, monotoon praat. Debatteren is een vak. Wij moeten altijd en overal een mening over hebben en dat ook nog uiten ook. Tijdens de ledenvergadering van de sportvereniging hebben altijd het vaste groepje mensen het hoogste woord. Of dat ook altijd de meest zinvolle inbreng is?




dinsdag 6 februari 2018

Paranoia

Ongeveer twee weken geleden, het was weekend, had ik op Twitter, een discussie over het nut van een externe vertrouwenspersoon. Ik pleitte voor het inzetten van een onafhankelijke, externe, vertrouwenspersoon op het moment dat bij pesten op de werkvloer, de werkgever, de leidinggevende de pester is. Ik probeerde in de discussie nog uit te leggen dat een interne vertrouwenspersoon, minder onafhankelijk is en dat je zelfs bij een externe vertrouwenspersoon zou moeten werken aan een systeem, vergelijkbaar met de patiënt vertrouwenspersoon binnen de geestelijke gezondheidszorg, waarbij de externe vertrouwenspersoon niet direct betaald wordt door de werkgever. Ik kreeg veel over mij heen en reacties van mensen die aangaven dat het echt onzin was wat ik schreef, werden driftig geliked.
Afbeeldingsresultaat voor Angst

Verborgen agenda's

Een onderzoek in het kader van een mijn studie Hogere Veiligheidskunde leverde mij het inzicht op dat ik niet ben van de politieke spelletjes, de achterkamer, de verborgen agenda. Ik houd van een open communicatie, waarbij iedereen met respect voor elkaar inhoudelijk in gesprek kan zijn.
Toch kom ik nog wel eens een verborgen agenda tegen en loop ik plompverloren een verborgen kamer binnen en telkens heb ik de neiging om wat ramen en deuren open te zetten. Heel fout natuurlijk.

















woensdag 5 april 2017

Zinvol geweld


Enkele dagen geleden werden twee Arnhemse jongens, die hand en hand liepen, in elkaar geslagen. Een van de, overigens nog erg jonge daders, had een betonschaar bij zich. Hoe vreemd is dat. Ik vind het geen de jongens in Arnhem is overkomen echt vreselijk. Aanpakken de rotjochies die dit op hun geweten hebben. Hoe jong zo ook zijn. Maar waarom er nu onderscheid gemaakt moet worden tussen zinloos geweld tegen homo's en het kennelijk minder zinloze geweld tegen anderen? 
Dat ontgaat mij volledig. Volgens mij is elk geweld tegen een ander zinloos. Door nu eens geen onderscheid te maken in de een of andere motivatie, maakt dat de vervolging ook makkelijker. Dan hoeven wij niet te bewijzen dat het de dader te doen was om de geaardheid van het slachtoffer, de etnische afkomst of wat voor motivatie de dader ook maar bedenkt. Geweld tegen een ander kan nooit, maar dan ook nooit toegestaan worden. Tot zover mijn berichtje op Facebook. Het werd uitgebreid geliked  en gedeeld. De discussie brak los. Merendeel waren de lezers het eens. Toch bleek ook dat de waarheid genuanceerder was. Mij werd voorgehouden dat de motivatie wel degelijk meegewogen moet worden in de strafmaat. Met korte halen, werd gesteld dat een moord, dan ook 15 jaar zou moeten betekenen en dat de man die geholpen had bij de euthanasie op zijn moeder, dus ook veroordeeld zou moeten worden.

Waar ik in aanleg juist gereageerd had uit mededogen, omdat ik werkelijk geen verschil zie  tussen het geweld tegen homo's, het geweld tegen mensen van een andere etnische achtergrond of een ander geloof. Ik vind dat er ook geen enkele rechtvaardiging is tussen het geweld dat plaatsvindt tussen groepen stomdronken mensen of het geweld tussen voetbalsupporters. Er bestaat in mijn ogen geen zinvol geweld. Waar het om ging was de strafmaat. Iemand kan iets per ongeluk doen of expres. Als iemand dag in dag uit, jaar in jaar uit, geschopt en geslagen wordt dan zou je kunnen voorstellen dat er ergens een grens is bereikt, dat het slachtoffer dan terugslaat of nog erger. Als sprake is van uitzichtloos leiden. als het leven geleefd is, er is werkelijk geen andere uitweg en iemand wil helpen aan deze lijdensweg een eind te maken. Laat het gebeuren. Een vrouw die, na jarenlange mishandeling haar echtgenoot om het leven brengt vind ik een stuk lastiger. Natuurlijk is hier enig begrip voor op te brengen, niets menselijks is ons vreemd. Toch gaat deze vrouw op de stoel van de rechter zitten. De vraag is of dat de juiste weg is. 


Ik heb een christelijke opvoeding gehad. Met name het Oude Testament kwam herhaaldelijk terug. In dat Oude Testament kan je ook de Tien Geboden terugvinden. In deze, slechts 10 regels, staat ook ergens de zin "Gij zult niet doden"

Deze 10 geboden zijn in de loop der eeuwen nogal onderhevig aan erosie. Wat voor Joden nog altijd de zevende dag is, is dat voor het leeuwendeel van de christelijke wereld al niet meer. Ook het doden van de ander is onder bepaalde omstandigheden nog te begrijpen. Na mijn christelijke opvoeding, of eigenlijk al ten tijde dat ik nog thuis woonde heb ik mij afgekeerd van het geloof of in ieder geval van de doctrine die kerken normaliter kenmerken. Ik heb verschillende kerken en geloofsgemeenschappen bezocht en zij kenmerken zich allemaal door een strak geleidde centrale organisatie met de daarbij behorende normen en waarden. Dit stond mij tegen. Voor mij is geloven iets heel persoonlijks. Ik wil het onderwerp van geweld, of dit nu zinloos of onder omstandigheden wellicht ook zinvol kan zijn vanuit een andere invalshoek benaderen, namelijk die van het groepsproces. Timoty Leary leerde ons dat elke actie een reactie uitlokt en dat deze reactie weer een nieuwe reactie uitlokt. Op deze wijze ontstaan gedragspatronen, ontstaan rollen. Slechts een aspect hieruit is dat geweld, geweld uitlokt. In een van de reacties op mijn bericht werd benoemd dat het geweld dat de Canadezen en Amerikanen, bij de bevrijding van Europa, midden vorige eeuw, waarschijnlijk anders dachten over de mate waarin geweld nu zinvol was of niet. Ik denk dat ik, met terugwerkende kracht ook blij was met dit geweld. Ik was anders waarschijnlijk niet geboren. Voorafgaand aan de Tweede Wereld oorlog, kende wij de Eerste Wereld Oorlog. Een oorlog waarin Duitsland eveneens een prominente rol vervulde. Aan het einde van deze oorlog werd, in de Vrede van Versailles, Duitsland in een soort dictaat opgelegd wat er zou gebeuren. Tenminste, zo werd dit, in delen van de Duitse bevolking ervaren. Duitsland diende het nodige aan land af te geven en mocht ook geen lid worden van de juist opgerichte Volkerenbond. In de jaren na de Eerste Wereld Oorlog, ontstond in toenemende mate onvrede. Onvrede waarop ene Adolf Hitler op inspeelde. Zie hier de voedingsbodem voor de Tweede Wereld Oorlog. Een actie, leidt tot een reactie, wat weer leidt tot een nieuwe reactie. Het geweld van de Amerikanen en de Canadezen, nodig om ons te bevrijden vond zijn oorsprong in het geweld van een ander. Geweld roept geweld op. In een van de reactie's werd IS aangehaald. IS ontstond in de slipstream van de Golfoorlog. Een oorlog waarbij wij, van het vrije westen, Irak binnen vielen omdat Saddam Hussein een gevaar vormde. Hij zou de beschikking hebben over biologische wapens. Wapens die uiteindelijk niet werden gevonden. Een motivatie die heden ten dage zou vallen onder de term alternative facts. Het verbaasd in ieder geval mij niet dat IS een heel aantal commandanten telt dat ook in het leger van Saddam actief was. Geweld roept ook hier geweld op. Was Hussein dan een leuke vriendelijke man, alles behalve. Ook hij gebruikte geweld, iets waar bijvoorbeeld de Koerden alles over kunnen vertellen. Ook viel Hussein buurland Koeweit binnen. Wat leidde tot de 1e golfoorlog. Ook hier riep geweld, geweld op. Een trauma in de Amerikaanse geschiedenis is de Vietnam oorlog. Hier viel het communistische Noord Vietnam, het door de amerikanen gesteunde Zuid Vietnam binnen. In reactie hierop, viel Amerika Vietnam binnen, wat dus desastreus afliep. Het zou goed zijn om ons dat te realiseren voordat wij weer met olifantenpoten door een porseleinkast denderen.

Bestaat er dan geen zinvol geweld? In mijn ogen bestaat dit wel degelijk. Wij zijn nu eenmaal niet allemaal volledig vrij van testosteron gestuurde driften. Ik denk echter wel dat het goed zijn zijn om dit niet bot te vieren om een ander. In het verlengde van wat dan wel zinvol geweld zou kunnen zijn, nog even terug naar een andere reactie die ik kreeg. Iemand memoreerde aan de Euthanasie wet en dan specifiek de man die recent voor de rechter moest verschijnen omdat hij zijn moeder, die uitzichtloos leed, voor wie het leven werkelijk geleefd was, te helpen. Nu staat streng christelijk Nederland op zijn achterste benen. Hierbij vallen zij terug op het eerder genoemde gebod. Iets wat ik vanuit die invalshoek nog kan begrijpen ook. In de Bijbel wordt er op meerdere plekken melding gemaakt vaneen dergelijk uitzichtloos leiden. In al deze situaties wordt er een wonder verricht. Wellicht zou het mogelijk zijn wij, om tegenstanders van deze wet tegemoet te komen, afspreken dat er een soort letterlijke deadline komt. Is er voor een bepaalde tijd geen wonder verricht, dan is euthanasie toegestaan. Met iets meer fantasie zou je zelf kunnen stellen dat de hulp die deze man, zoon, aan zijn moeder gaf het wonder was. Persoonlijk vind ik dit zinvol geweld.

Tot slot nog even iets over het thema de strafmaat. Ook daarover kreeg ik reacties. Mijn reactie van zeg 7 regels, was een directe oproep om het strafrecht te herzien. Nu was dit niet in deze mate tot mij doorgedrongen, maar nu ik toch bezig ben. Ja, laten wij nu eens geen onderscheid maken in de motivatie's tot geweld. Laten we eens nadenken over wat wij nu als zinloos geweld zien en wat dan nog als zinvol overblijft. Ik denk namelijk dat het een man uit Centraal Afrika die in Amsterdam in elkaar wordt geslagen zich net zo beroerd voelt als de twee hand in hand lopende mannen in Arnhem. Ik denk dat ik mij ook uitermate beroep zou voelen als ik met mijn Feyenoord shawl langs de Arena loop om daar door een stel doorgesnoven Ajax supporters lens getrapt te worden. Een vrouw die haar man vermoord, nadat hij haar jaren lang heeft mishandeld, dat kan je begrijpen maar gaat zij niet op de stoel van de rechter zitten? In sommige streken van een land als Albanië kennen wij nog de bloedwraak. Een moord mag door de familie van het slachtoffer, met gelijke munt terugbetaald worden. In een wereld waarin geweld beantwoord wordt met geweld is het lastig leven. Misschien is de acceptatie van geweld gewoon een weeffout is ons DNA? 




woensdag 29 maart 2017

De uurtje factuurtje fabriek

Niet zo heel lang geleden had ik een oriënterend gesprek. Ik ben op zoek naar een nieuwe uitdaging, een nieuwe baan. Het bedrijf was op zoek naar consultants, naar nieuwe arbo adviseurs. Behalve de inhoudelijke kennis van de materie, werd ook commerciële ervaring gevraagd. Nu heb ik daar geen ervaring mee en eerlijk gezegd past het ook niet bij mij. Soms vind ik het belangrijker dat iets gebeurd, dat er aandacht voor is dan dat ik daar dan zo nodig geld voor moet krijgen. Mijn gesprekspartners benoemde het bedrijf 'een uurtje-factuurtje-fabriek'. Ik was een soort Sinterklaas, een dief van mijn eigen portemonnee. Ik deed soms dingen voor niets, omdat ik belangrijker vond dat er aandacht voor was dan dat ik er nu zo nodig iets mee wilde verdienen. Ik had hier iets te leren. Terug naar huis, wat een flinke rit was, vroeg ik mij af of ik dit wel wilde leren. Er was echter nog iets anders wat ik mij afvroeg. Was deze voortdurende afhankelijk niet strijdig met met de eigen verantwoordelijk die medewerkers, werkgevers zouden moeten dragen voor de eigen veiligheid, de eigen arbeidsomstandigheden? Natuurlijk is het heerlijk als je als bedrijf, bij elk nieuw risico daar weer een passende oplossing, scholing of advies traject in de aanbieding heb. Loop je echter niet de kans dat bedrijven door deze voortdurende afhankelijk de oplossing altijd extern zoeken, zonder zelf na te denken over de veiligheid en de gezondheid van haar personeel?

Willen wij veranderingen realiseren zullen wij ons moeten realiseren dat er ook iets te veranderen is. Als er continu iemand is die tegen mij zegt, dat er altijd hulp beschikbaar is, dan zal ik zelf niet harder gaan lopen. Ik zal pas in beweging komen als ik mij realiseer dat ik iets moet veranderen maar dat de hulp ook niet direct oproepbaar is. Willen wij werken aan veiligheid op de werkvloer, binnen bedrijven en organisaties, zal het wel eens zo kunnen zijn dat wij mensen weer zelf verantwoordelijk moeten maken. Om maar een vergelijking te maken, ook ouder zal zijn puberende zoon op enig moment los moeten laten om op die manier, om hem met vallen en opstaan tot een evenwichtige volwassene te laten opgroeien. Wij zouden ons meer moeten richten op de basis, op de roots. Wij zouden ons moeten richten op de aandacht voor het thema veiligheid in de beroepsopleidingen, in het onderwijs. Om daarna vol vertrouwen los te kunnen laten.


Less is more

Zo'n beetje elk bedrijf in ons land heeft vacatures. Dat is op zich geen opzienbarend nieuws, maar wat bijzonder is, is dat er meer vaca...