Ik ben zo'n adviseur, een adviseur arbeidsomstandigheden. Ik mag op zoek naar een nieuwe uitdaging. Na een afgebroken opleiding aan de Sociale academie Twente, na vijf jaar gewerkt te hebben bij de dienst Kador, zeg maar het Rijkskadaster, in eerst Den Haag en later in Zwolle, ben ik medio jaren '90 van de vorige eeuw begonnen met de opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige. Na een veelzijdige opleiding, welke ik afgesloten heb op de opname afdeling ouderen psychiatrie, ben ik gaan werken op een afdeling binnen het cluster Sociale Psychiatrie. Centraal stond het begeleiden van cliënten volgens, zoals geleerd, plan een verpleegplan. Uitgaande zelfzorgtekorten, uitgaande van wat iemand allemaal niet meer goed beheerste. Later de opleiding psychosociale rehabilitatie gevolgd. Een opleiding waarvan ik toen nog niet wist dat dit niet geheel gelijk was aan herstelondersteunende zorg, waar men het tegenwoordig veelal heeft. Na de geboorte van onze eerste kind, ben ik vaker nachtdiensten gaan draaien. Hierdoor was ik overdag altijd thuis. Ons kind had niet bewust gekozen voor twee werkende ouders, waren wij van mening. Het werken gedurende de nacht bracht, na de nadelen van het 's nachts werken, nog wel een extra voordeel met zich mee, tijd om te studeren. In deze periode startte ik met studie Arbeids- & Organisatie psychologie. Na verloop van tijd werd ik, laten we zeggen gepromoveerd, tot eerst verantwoordelijke verpleegkundige gedurende de nachtdienst. Dit betekende dat ik voor meerdere afdelingen eindverantwoordelijk was voor de verpleegkundige zorg gedurende de nacht. Tevens diende ik zorg te dragen voor de organisatie van assistentie bij calamiteiten, als ook voor het borgen van de kwantiteit van de verpleegkundige zorg, op het moment dat bijvoorbeeld een collega, tijdens de nachtdienst ziek naar huis ging. In deze periode werd ik ook, namens NU'91, verkozen in de Ondernemingsraad van de instelling.
De studie vorderde. Binnen de Ondernemingsraad werd ik lid van de Arbo commissie. Ik was van mening en ben van mening dat goede arbeidsomstandigheden ontegenzeggelijk leidt tot betere cliëntenzorg. Omgedraaid leidt een hogere kwaliteit van cliëntenzorg tot betere arbeidsomstandigheden. Je kan het een niet los zien van het andere. Na een bezoek van de Inspectie SZW, destijds nog de Arbeidsinspectie, diende de organisatie een organisatiebrede Ri&e uit te voeren. Dit werd, nadat ik hiervoor door de directeur was gevraagd, mijn eerste opdracht. In het kader van de Module 'Arbeid- en Gezondheid, risicofactoren' voerde ik mijn eerste risico inventarisatie uit, welke niet alleen door een kerndeskundige van de Arbodienst werd getoetst maar ook ter goedkeuring aan de Arbeidsinspectie moest worden voorgelegd. Een uitmuntend goede Ri&e, aldus de inspecteur. Hier kon ik mee verder. Wat oorspronkelijk als een tijdelijke functie werd gezien, werd een aanstelling voor onbepaalde tijd. Een plan van aanpak levert ook thema's op waar iets mee gedaan diende te worden. De thema's waren divers, van omgaan met agressie, fysieke belasting tot aan infectiepreventie. Toch kwam aan al die onbepaalde tijd een eind. De instelling fuseerde en na de fusie werd mijn functie opgeheven. Niet een periode om bij de pakken neer te gaan zitten. Na een korte periode terug in het primair proces, weer als verpleegkundige aan de slag, vond ik een nieuwe uitdaging bij een zorginstelling in het centrum van ons land. Een organisatie die, al vanaf de eerste dag, voelde als een warm nest. Een organisatie waarin je uitgedaagd werd om buiten de kaders te treden. Telkens weer op zoek naar nieuwe werkvormen, naar nieuwe manieren om arbeidsomstandigheden onder de aandacht te brengen van medewerkers. Medewerkers zelf eigenaar maken van de veiligheid en gezondheid op de werkvloer. Arbeidsomstandigheden is niet iets wat in de kast staat. Het gaat over het dagelijks werk. Het gaat over hoe je dat organiseert en welke keuzes je daarin maakt.
Op dit moment sta ik voor de derde keer in mijn werkzame leven op een splitsing. Ik mag voor de derde keer op zoek naar een nieuwe uitdaging. In dat kader, om mijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, volg ik op dit moment de opleiding Hogere Veiligheidskunde.
Ik ben 53 en zit mij, serieus af te vragen, of ik op zoek moet naar iets in het verlengde van wat ik nu doe, of wat ik gedaan heb. Of moet ik, zo in het laatste kwart van mijn loopbaan iets gaan doen wat nog dichter bij mij ligt. Beroepsmatig ben ik bezig geweest als verpleegkundige, als arbeidsomstandigheden adviseur. De rode draad is mensen verder brengen, mensen verantwoordelijk maken voor de eigen omgeving, voor hun eigen leven en daarbinnen vooral gezond blijven en gelukkig zijn. In mijn vrije tijd ben ik nog veel langer actief in de sport. De rode draad is ook hier mensen verder brengen, verantwoordelijk maken voor hun eigen proces en daarbinnen gezond blijven en gelukkig zijn. Ik ben creatief, ben in staat om buiten de kaders te denken. Ik kan, zoveel is wel duidelijk, mensen dusdanig coachen dat zij mij niet meer nodig hebben om verder te komen. Ik ben niet degene die onmisbaar is. Ga ik van mijn hobby mijn werk maken of volg ik het pad dat ik reeds lang volg?
Mijn CV
Geen opmerkingen:
Een reactie posten