Ik vind dat kinderen tegenwoordig vroeg wijs zijn. Nu is
het is bijna Valentijnsdag. Een dag waarop sommige mensen het leuk vinden om aan
iemand, van wie ze veel houden een speciale kaart, een Valentijnskaart, een bos
rode rozen of een doos bonbons te geven. Allemaal erg gemaakt, als je het mij
vraagt. Voor peuters en kleuter is verliefd zijn heel gewoon. Niets geen
kaarten, bossen bloemen of ander commercieel gedoe. Voor hen is alles soms zo
vanzelfsprekend dat wij als volwassenen soms versteld van staan. Neem nu mijn
klas, jongens en meisjes van een jaar of 6. Stuk voor stuk jongens en meisjes
die weten waar het omgaat, die weten waar Abraham de mosterd haalt.
“Voel jij je
anders, als je verliefd bent?” vroeg ik gisteren aan Danique.
“Warm” zei ze.
Dat vond ik wel mooi gezegd, warm.
“Dan voel je je
heel raar. Het is zo’n raar gevoel. Je hebt dan nergens zin in. Je lust dan
helemaal geen eten enzo” ging ze verder.
“Ben jij ook
verliefd Stephan?” vroeg ik daarna.
“Nee!” zei hij
heel resoluut.
“Echt niet, zijn
er geen meisjes op jou verliefd?”
“Nee, nee nooit
juf!” zei hij zachtjes.
“Dat vond ik wel
raar.”
Ik vroeg de andere
kinderen of ze Stephan geen knappe jongen vonden.
“Nee, hij is
niet knap!” riep Myrthe toen vrij luid.
“Nou, ik kan
toevallig al wel zonder zijwieltjes fietsen!” zei Stephan, bijna huilend.
“Dat wisten
jullie niet hè? zei ik. “Hij fietst gewoon zonder zijwieltjes. Dat is wel
knap!” zei ik en ik moest hem toen toch even over z’n bol aaien.
“Nou, ik kan al
wel met zonder losse handen.” reageerde Tim, die volgens mij vond dat ik hem
had overgeslagen.
“Met losse
handen, bedoel je denk ik?” zei ik. “Ben jij soms verliefd Tim?”
“Ja, op mij!”,
riep Sandra en ze keek daarbij heel uitdagend de groep rond.
“Wat voel jij
dan, als je verliefd bent?”
“Vlindertjes in
mijn buik en die worden dan zo doorgestuurd.”
Zei ze en ze maakte daarbij een streep van haar navel naar haar
voorhoofd.
“Zijn jullie
papa’s en mama’s nog steeds verliefd?”
“Ja!” riep Bas,
alsof hij dat heel zeker wist.
“Hoe weet jij
dat?” Normaal gesproken kan je dit niet vragen, maar ik was nu wel
nieuwsgierig.
“Nou, dat ze de
hele tijd bij elkaar op schoot zitten.”
“Is dat niet een
beetje overdreven?”
“Ja, en ze
zoenen.”
“Wat doen ze nog
meer, als ze verliefd zijn?” vroeg Stephan brutaal.
“Stoeien in bed,
soms,” flapte Bas er uit. “Dat is helemaal niet raar, dat doen alle papa’s en
mama’s, soms.” Zei hij toen wel een stuk minder zeker van zijn antwoord.
“Stoeien is niet
vechten, toch?” wilde ik nog wel weten
De kinderen keken Bas gespannen aan.
“Nee, lief
stoeien, niet elkaar bijten en krabben,”
zei Bas.
Ik drink een slokje van mijn koffie, maar die is
inmiddels koud.
“Ja, die kinderen
hebben meer door dan wij allemaal denken” zegt mij moeder.
“Zal ik je nog
maar eens een kopje verse koffie voor je zetten?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten