"Vijftig cent als je
scoort!"
"Aaahhh, vijftig cent, Opa?"
"Nou goed, 1 euro dan, maar dan moet je wel tenminste 1x scoren in de
eerste helft!"
"Dat gaat lukken Opa! Let maar eens op!!!"
"Thij was de
topscoorder van ons team. Een bal in de 16 op Thij was eigenlijk altijd raak.
Hij wist dat hij goed was. Hij eiste de bal ook vaak op. Hij riep dan hard over
het veld dan wij de bal maar naar hem moesten schieten en dat gebeurde dan ook.
Met Thij in de ploeg, wonnen wij wedstrijden. Thij z'n ouders waren enorm trots
op hun zoon. Hij werd ook gevolgd door Vitesse en het zou, volgens zijn vader,
niet lang duren eer hij daar zou voetballen. Wij noemde hem ook, als grap,
Messie II."
Thij verdiende ook met het spelen van voetbalwedstrijden. Zijn opa betaalde hem voor elk doelpunt wat hij maakte. Hoe meer doelpunten Thij maakte, hoe meer hij verdiende.
"Het was nu niet zo
dat Thij al onze doelpunten maakte. Het was nu ook weer niet zo dat Thij niet miste
of zijn actie gestopt werd door de keeper. Het was soms wel irritant. Lever je
de bal in bij Thij, omdat hij zo nodig wil scoren, verpruts hij zijn kans. Het
kwam ook vaak voor dat hij voor eigen succes ging, in een poging om weer 1 euro
te verdienen. Wij vonden daar allemaal wel wat van, maar ja zolang Thij scoorde
klaagde niemand."
"Met Thij als
topscoorder promoveerde wij van de 1e klasse naar de Hoofdklasse. Dat was een
niveautje anders. De tegenstanders waren sterker. De verdedigers waren sterker
en als je er al één keer langs kwam, werd je de volgende keer toch echter onder
de grasmat getrapt. Thij scoorde ook veel minder. Hij verdiende ook minder. Het
was nu ook vaak Thij die er na afloop niks meer aan vond. Het was altijd onze
schuld en dat was niet leuk! Er was ook vaker ruzie."
Thij maakte dat seizoen
niet af. Nog voor de winterstop speelde hij zijn laatste competitiewedstrijd.
Jammer voor het team, want hij was toch ooit een veel scorende spits. Jammer
ook voor Thij, want voetballen was alles voor hem. De poster van het Nederlands
elftal boven zijn bed. Daar zou hij ook spelen. Nu is alles anders. Is
voetballen niet leuk meer.
Intrinsieke motivatie
Kinderen zijn intrinsiek
gemotiveerd voor spel. Spelen is ongedwongen, kinderen bepalen de regels. Als
kinderen later lid worden van de club komen er andere motivaties om de hoek
kijken. Plots is er een trainer die de regels bepaald, is er een club die min
of meer verwacht dat het team wel kampioen zal worden. Dit zijn motivatie die
niet van binnen komen maar die door de buitenwacht, laten we zeggen opgelegd
worden. Dit nu is wat wij extrinsieke motivatie noemen. Een dergelijk motivatie
werkt zolang het behalen van de doelen die daaraan gekoppeld zijn ook behaald
worden. Als winnen van de wedstrijd de drijfveer wordt dan is dat leuk zolang
je blijft winnen. Lukt dat winnen niet meer zo makkelijk dan is het plezier in
de sport ook snel over. De intrinsieke motivatie voor spel is vervangen door de
extrinsieke motivatie voor winnen. Nu kan je winnen van de ander, wat lastig te
organiseren is. De ander wil dat namelijk ook graag. Je kan ook winnen van
jezelf. Je blijft dan bij jezelf. Dit heb je ook beter onder controle. Je
blijft dat intrinsiek gemotiveerd.
Uit onderzoek van VanRossum naar drop-outs binnen de sport bleek dat teamsporters die stoppen met
sport helemaal stoppen met sport. Sporters binnen individuele sporten gaan vaak
een andere sport doen, als zij stoppen met hun eigen sport. Wellicht dat
individuele sporters meer gewend zijn om te denken in PR's, in het winnen van
jezelf?
Thij
Thij vond voetbal
fantastisch. Als hij maar even tijd had ging hij een balletje trappen. Zolang
Thij doelpunten maakte bleef voetbal leuk. De intrinsieke motivatie voor het
voetbal was echter vervangen door de extrinsieke motivatie om geld te
verdienen. Dit werkte zolang Thij bleef scoren. Zodra dit moeilijker werd, werd
ook voetbal minder leuk. Uiteindelijk gooide Thij zijn klossen in de
afvalcontainer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten