Ik had net mijn eerste trainerscursus afgerond. Ik heb dat gehele seizoen in een schriftje bijgehouden wat ik zei, bij aanvang van een wedstrijd, in de time-outs, tussen de sets en na afloop van een wedstrijd. Ik schreef verder op hoe er gereageerd werd. Werden spelers boos, reageerde ze teleurgesteld, deden ze echt wat ik vroeg of misschien niet. Wat duidelijk werd was dat eigenlijk elke speler beter ging spelen na een compliment. Een mega open deur natuurlijk. Opvallend was verder dat sommige spelers echt objectief slechter gingen spelen als ik maar door bleef zagen over de fouten die hij in mijn ogen maakte. Bij hen moest je het soms ook gewoon even niet benoemen dat het niet goed ging. Toch waren er ook spelers die het even nodig hadden om ze, laat ik zeggen, goed aan te spreken op hun gedrag. Wat ook opvallend was dat de kinderen soms echt van de leg waren als ik erg actief tijdens de wedstrijd stond te coachen. Zelfs niets zeggen alleen maar op een op een bordje aanwijzen in welke richting er geserveerd moest worden, was voor een enkeling te veel informatie.
"Je haalt mij dan uit concentratie!" kreeg ik een keer te horen.
Jaren later. Ik zat in de zaal bij een regiotraining van
Regio Nieuw Gelre van de Nevobo.
De trainer in de zaal ging, laten we zeggen, behoorlijk te keer. Anderen zouden
het enthousiast noemen. Opvallend was dat vanuit dit 'enthousiasme' echt enkele
spelers harder gingen werken. Ze werkte zich het snot voor de ogen. Opvallend
was ook dat een speler redelijk onthutst de kleedkamer opzocht. Anderen zouden
het verdrietig noemen. Na afloop sprak ik de trainer. Voor hem was iedereen
gelijk, dus diende je ook iedereen gelijk te behandelen.
Ik loop nu toch al weer wat jaartjes sporthal in sporthal
uit, sta ik langs de lijn van menig voetbal veld. Heb ik verschillende dug-outs
van binnen en van buiten gezien en als mij een ding is opgevallen, echt niemand
is gelijk. Geen mens is hetzelfde. Er is ook geen handboek, omgaan met pubers
of hoe kinderen in de basisschoolleeftijd te coachen. De enige rode lijn is
wellicht dat iedereen zo op z'n tijd een complimentje nodig heeft. Verder heeft
het er alle schijn van dat kinderen niet veel leren als je als coach maar
continu de oplossingen aandraagt.
Toen het Positief Coachen voor het eerst in beeld kwam moet
ik zeggen dat ik het toch wel een hoog geitenwollen sokken gehalte vond hebben.
Ik zag meer in de gedachtegang achter de inzichten van Small en Smith 'Coaches
who never lose', werken met doelen waar je wat voor moet doen, maar die
haalbaar zijn en onder controle zijn. Inzichten die een uitkomst waren van
onderzoek in de NHL, de NBA, in de top van de sport in de VS. Deze inzichten
paste ook meer bij mijn eigen ideeën. Ik ben niet zo van lief, leuk en aardig,
sport mag ook gewoon hard zijn. Toen ik echter mijn eerste voorstelling van
Positief Coachen zag, schrok ik. Ik zag mezelf. Mij, ons, werd een gigantische
spiegel voor gehouden. Er werd in de voorstelling een trainer neergezet, die ik
herkende. Er werd een vader neergezet die ik kende en dat was niet prettig. Ik
dacht en denk goed na over hoe ik trainingen geef, hoe ik coach, over de
opvoeding van mijn kinderen. Ik dacht dat nadenken en daar naar handelen goed
genoeg was. De spiegel liet zien dat dit niet genoeg was.
Ik blijf nog steeds die trainer, die coach, die vader van
zijn sportende kinderen die hoopt dat alles goed gaat, dat ze winnen en ik weet
dat je daarvoor gewoon keihard je best voor moet doen, maar het is, net als dat
jochie op de voetbalclub laatst over zijn trainer zei:
"Hij denkt verdomme dat wij Manchester City zijn!"
Denk na over wat je doet, houd je zelf regelmatig die
spiegel voor, vraag feedback, deel jouw ideeën over training geven, over
coaching met andere trainers en coaches. Blijf voortdurend leren, hard werken.
Positief Coachen is niet voor watjes, is niet van de geitenwollen sokken, het
gaat over het beste uit jezelf en de ander te halen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten